Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Terwijl ik nog zoo stond en onwillekeurig door de ruiten keek, kwam mijn schoenmaker Linsener met eene handslede vol hout voor zijne deur aan, wat hij in het stadsbosch bijeen verzameld had, en boven op de slede lag een groene dennetak. "Zie nu dien rakker eens aan!" zeg ik. "Hij zou mij een paar andere laarzen maken, en hij is met hout aan 't karren!
"Ik kan niet lezen, mijnheer." "Zeg, Tinus, heb jij wel eens van 'n De Boer gehoord?" "De Boer?... Ik ken een schoenmaker De Boer... Kan 'm dat zijn?" "Ach God, nee, mijnheer!... Mijn zoon is in betrekking." Niemand wist 'r te helpen. Met snelle, bibberende rukjes kauwde ze, hield de mand vast met de bevende handen. Wat zou ze nou doen?
Dat stond zwijgend, had angstige sproeiïng van rottend rood in het plompe, builende zwart. Zelfs geen menschenbeweeg en geen schaduw, enkel vaal-rood langs ouwe gordijnen. Het hol van de poort wasemde schuifelend grondlicht. Met het brood in de hand ging Eleazar er heen, struiklend over een emmer die niet was binnengehaald. De deur van den schoenmaker stond wijd-open.
De schoenmaker raapte de verscheurde stukken op en las de benoeming van Kolb tot kapelmeester te Praag. Het offer was gebracht, maar niet zonder strijd.
Eerst lachte zij ook, maar spoedig ging zij naar haar man, en begon de kaar op het droge te trekken. »Toe, Jaap, nu is 't genoeg, laat er den jongen nu uit. Hij heeft nu straf genoeg gehad.» »Help! Brrr! Brrr! O, ik verdrink! Brrr!» klonk het uit de kaar. »Zoo'n grooten visch heb je er nog nooit in gehad!» riep een van de omstanders lachend den schoenmaker toe. »Neen, daar heb je gelijk aan!
Want nog terwijl de visch stond te koken, met 'n beetje zout dat Mijntje bij den schoenmaker 'n haurik van 'n vent in de laaste tijd maar zout weigerde je an niemand, an je grootste vijanden niet! had geleend, kwam Suikerpeer thuis met harde bokkings. Wat-ie nooit dee, was 'm vandaag overkommen.
Waar gij komt: bij den tabaksverkooper, in de koomenij, in den pottewinkel, bij den schoenmaker, die alle dubbel hebben uitgestald, bij den notaris, den advocaat, den dokter, en ten huize van de duizend en een dijkgraven en penningmeesters van polders, overal ontmoet gij een boer.
Ik zeg een buitengewoon eergevoel; het vorige jaar had hij gelegenheid gehad, deze kenschetsende eigenschap zeer in 't oog vallend te toonen. Men moet weten dat bijna elk soldaat een ambacht kent. De beroepen, welke men het meest onder hen aantreft, zijn die van kleermaker en schoenmaker.
De schoenmaker scheen het mij aan te zien, dat ik mij niet recht wel gevoelde, want toen zijne beide kleine cherubs mij behoorlijk uit zijn paradijs getoeterd hadden, ging hij met mij naar den overkant en wilde mijn licht aansteken en vroeg waar de lucifers stonden. "Ik heb ze wel," zeide ik, "maar de hemel en vrouw Bütow alleen weten waar ze te vinden zijn."
Wel komen de dames af en toe eens om een hoekje kijken. Doch zelfs dat is al nieuwerwetsch. Hier danst een groote magere man. Een lange, zwarte jongen. Misschien is hij wel de Duivel. Doch het zou niet passen hem dit te vragen. Die met hem mede danst, maar zij raken elkander niet aan, is een slanke, donkere Jemenietenknaap van vijftien jaren, die Jozef heet en schoenmaker is.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek