Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Smul,... dat was de vijand; hij kon hem niet uitstaan. Telkens wanneer hij een dag op de hoeve kwam werken, moest hij zich met wilskracht bedwingen, of het zou tot een uitbarsting, tot een vechten gekomen zijn. Dat was nu al vanaf dien Kermisdag, twee jaar geleden, toen Smul zoolang met Rozeke gedanst had.

Twee, drie korte, vlugge zuchten golfden ontstuimig uit haar keel en haastig haalde zij haar zakdoek uit en drukte hem op haar oogen, hoofdschuddend dof-snikkend: "Nee nee nee, Rozeke, gij kunt niets voor mij doen." En Rozeke zat daar en staarde, roerloos, als verslagen. Zij durfde niets meer vragen, maar zij voelde, zij raadde instinctmatig, dat het liefdesmart was, waaronder de jonkvrouw leed.

Rozeke zag en voelde wel dat hij zijn grens verre te buiten ging, maar zij had nu eenmaal, door de omstandigheden gedwongen, de macht uit haar handen gegeven en zag geen kans die nog terug te krijgen. Het was fataal zoo gekomen, het had niet anders gekund; dat was het onvermijdelijk gevolg der groote ramp die haar geluk geknakt had.

"Hoe goat 't mee ou, mevreiwe?" vroeg Rozeke, zich inspannend om haar ontroering te verbergen. "Och," zuchtte zij en trok haar magere, bijna puntige schouders op. En zwak-glimlachend wees zij naar het wagentje en zei: "D

Zij waren haastig van elkaar gegaan bij haar plotseling verschijnen en dien dag had ze geen gelegenheid meer gehad hèm het gebeurde te verwijten; zij wist ook nog niet zeker of zij wel gedurfd zou hebben maar het Geluw Meuleken had ze duchtig onder handen willen nemen; en 't Geluw Meuleken, die vroeger zoo beleefd en nederig was, had ook eensklaps brutaal en onbeschaamd geantwoord; en met wanhoop had Rozeke begrepen dat ze tegen den toestand niet op kon en dat ze zich nog mocht gelukkig achten wanneer ze slechts maar alles deden wat hun beliefde, zonder haar verder in den steek te laten.

Door een soort schrik bevangen trad zij op haar toe; maar de barones lachte haar zacht en vriendelijk te gemoet en zei met een weeke, verteederde stem: "O, Rozeke, dat doet mij toch genoegen dat ge mij ook eens komt bezoeken; ik heb al zoo dikwijls aan u gedacht," En zij verzocht Rozeke naast haar te komen zitten, terwijl het nonnetje, ingetogen en bescheiden, even wegging.

Geducht werd het veel zwakkere Vaprijsken geranseld, en kwam daarop huilend en vloekend bij Alfons en bij Rozeke zijn aanklacht doen, gillend dat zij tusschen hem en Smul te kiezen hadden en dat hij wegging indien Smul nog langer bleef. Groot was de plotselinge ontsteltenis van Alfons en van Rozeke! Wat moesten ze doen?

De dokter werd gehaald en moeder bleef voorloopig op de hoeve. Ook Rozeke's oudste broeder nam er tijdelijk zijn intrek om alles voor de begrafenis te regelen. Het was nog een geluk voor Rozeke dat zij van al die narigheid niets merken kon; en een geluk was 't ook dat 't derde kind er nu niet komen zou. Alles werd in stilte volbracht terwijl zij, zwaar ziek, met hooge koorts te bed lag.

"'t Es al. Es 't meschien nie genoeg?" "'t Es genoeg," zei hij, kalm het stuk aanvaardend. En hij ging er mee weg. Verbaasd keek Rozeke hem na. Wat wist hij zich goed leuk en kalm te houden onder de prettige verrassing! Zeker vertrouwde hij 't nog niet.

Met algemeene belangstelling werd gevraagd of de oude boer en zijn vrouw zich reeds gewend hadden aan hun heerlijk, zorgeloos renteniersleven in 't dorp; en nauwelijks waren zij goed gezeten en aan 't praten, of daar kwam in snellen draf boer Kneuvels' sjees den boomgaard oprijden. "Zou Smul er werkelijk bij zijn?" dacht Rozeke met een korten angstgreep aan het hart.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek