Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Sancho's schrik voor de herberg was intusschen weer levendig geworden en hij zei dus, dat zij maar moesten binnengaan; hij zelf zou zoolang buiten wachten en hun later de reden zeggen, waarom hij van hunne uitnoodiging geen gebruik kon maken. Evenwel zouden zij hem groot pleizier doen, indien zij hem eene portie warm eten en Rocinante een maaltje gerst buiten wilden zenden.

"Heer droevige ridder," zei hij, "hoor maar, hoe jammerlijk mijn grauwtje schreeuwt en hoe Rocinante staat te trippelen om ons na te loopen. Die arme, arme schepsels! Ze zullen ons misschien nooit weer te zien krijgen." Bij deze woorden begon hij zoo hard te huilen en te krijten, dat Don Quichot ernstig boos werd.

Don Quichot gaf Rocinante de sporen en reed vooruit. Toen hij echter in de nabijheid van het groote gebouw was gekomen, zag hij wel, dat hij niet het slot eener edele prinses, maar enkel de kerk van het dorp voor zich had. "Het is de kerk," zeide hij, onaangenaam verrast. "Ja, dat zie ik," zeide Sancho Panza, "en de hemel geve maar, dat wij niet op het kerkhof ons graf vinden.

Toen hij zag, dat de terugreis zou worden aangenomen, sprong hij op, hielp zijne gebiedster op het muildier en steeg vervolgens ook zelf op. Don Quichot stapte op Rocinante; doch Sancho, voor wien paard noch ezel meer overbleef, moest te voet het gezelschap volgen.

Toen onze held de dreigende houding der vijanden en hunne armen tot den worp opgeheven zag, hield hij Rocinante staande en overlegde, op wat wijze hij die rij met het geringste gevaar voor zichzelf aanvallen en overhoop werpen zou.

Zoodra hij Don Quichot te zien kreeg, begon hij zijn stok te zwaaien, met de blazen te rammelen, te springen en cabriolen te maken, zoodat al zijne belletjes rinkelden. Dat geraas en het vreemd uitzien van den paljas brachten Rocinante zoo van streek, dat hij het gebit tusschen de tanden nam en, wat de ridder ook trok en riep, in suizenden galop over de vlakte voortstoof.

De eerst beproefde, maar thans wonderbaarlijk vertrooste jonkvrouwe wilde met alle geweld den ridder de handen kussen, wat deze als hoffelijk en welgemanierd held evenwel volstrekt niet toestaan wou. Veeleer omhelsde hij haar met groote aandoening, waarna hij zijn schildknaap beval, Rocinante den gordelriem vaster aan te halen en hemzelf de wapenstukken aan te leggen.

Middelerwijl werd het ten volle licht en zag de ridder, dat hij zich in een dicht boschje van kastanjeboomen bevond, welker groene takken het uitzicht beletten. Daar hij echter nog altijd dat schrikbarend stampen vernam, nam hij afscheid van Sancho Panza, herhaalde hem zijne vroegere aanwijzingen, gaf Rocinante de sporen en ging op weg, terwijl de schildknaap langzaam te voet achternakwam.

Bezorg mij een voertuig, waarde vriend Sancho Panza, want ik ben niet meer in staat mijn strijdhengst Rocinante te beklimmen. Mijne schouderbladen zijn stukgebeukt, en wij moeten ons haasten onze woonplaats te bereiken, als ik er het leven afbrengen zal. Ach, wat zal van de edele prinses Micomicona van Micomicon worden, nu mijn heldenarm haar niet langer beschermen kan!"

Onder weg zeide Don Quichot tot zijn dienaar: "Hoor, vriend Sancho: naar ik zie, zijn dat geen ridders en helden, maar ze behooren tot het gemeene volk, en dus kunt gij mij zonder bedenking bijstaan, als ik voor de beschimping, Rocinante hier voor mijne oogen aangedaan, bloedig wraak neem." "Maar hoe drommel wilt gij hier wraak nemen, gestrenge heer?" vroeg Sancho.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek