United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tevergeefs wachtte hij eene poos, en Rocinante, die niet weinig naar den stal, naar voeder en rust verlangde, nam eindelijk de teugels tusschen de tanden en stapte bedaard op de deur van de herberg toe, zonder dat Don Quichot in staat was, het koppig dier tegen te houden.

Don Quichot wierp Rocinante om, en de opgejaagde zwerm komedianten keerde naar de verlaten kar terug. Den nacht, die op dezen dag volgde, brachten onze twee helden onder eenige lommerrijke boomen door. Zij zadelden af, verteerden hun avondkost uit den knapzak van den ezel, strekten zich toen, Don Quichot onder een eik, Sancho Panza onder een kurkboom, uit en waren spoedig in slaap.

Hij zelf was nagenoeg weer hersteld, en de balsem vervulde hem met zulk een heldenmoed, dat hij vuriger dan ooit naar nieuwe avonturen haakte. Hij ging in den stal, zadelde en tuigde met eigen handen Rocinante, maakte ook het grauwtje tot de reis gereed en trad toen weer in huis, om zijn schildknaap bij het aankleeden te helpen.

Zoodra Sancho hem zag rollen, liet hij zich schielijk weer uit zijn boom neerglijden en kwam toe op zijn heer, die uiterst bedaard van Rocinante was gestegen en zich over den gevelden spiegelridder neerboog.

In woede en vertwijfeling over den ongelukkigen staat van zijn lieveling naderde hij Don Quichot, die vrij leelijk toegetakeld was, en hielp hem weer op de been en boven op zijn Rocinante. "De duivel heeft mijn ezel gehaald, edele heer," zeide hij toen. "Welke duivel dan?" vroeg de dolende ridder. "De duivel met blazen," antwoordde Sancho. "Daar gaat hij met hem aan den haal."

Daarop besteeg de dolende ridder Rocinante, en Sancho Panza kuierde te voet bij hem aan, daar zijn langoor de wapens van den ridder moest dragen en hij 't goede beest niet te zwaar belasten wou. Zoo verlieten de beiden Barcelona, waar onzen ridder door zijne nederlaag 't zwaarste leed had getroffen, dat hem, naar zijne gedachten, ooit op aarde kon overkomen.

Ik echter zal mij in den heeten strijd storten en de overwinning zal met mij zijn." Zonder het antwoord van zijn schildknaap af te wachten, drukte hij Rocinante de sporen in de ribben en stoof met gevelde lans pijlsnel den heuvel af. Sancho schreeuwde hem wel na: "Blijf, blijf, heer! Zoo waar ik een zondig mensch ben, 't zijn enkel hamels en schapen, waarop gij instormt!"

Ziende, hoe zijn heer zoo gevaar liep van zandruiter te worden, sprong nu Sancho Panza van zijn grauwtje en liep achter den ridder aan, om hem bijstand te verleenen. Voordat hij hem bereikte, was het ongeluk al gebeurd. Don Quichot lag zoo lang als hij was op den grond, en Rocinante lag naast hem.

Rocinante werd erg schuw door het gebons, het geklapper en de slagen, die het aardrijk voortdurend deden schudden. Don Quichot bedwong nochtans zijn steigerend ros en reed voort, recht op de oorzaak van het schrikbarend geraas aan.