Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 november 2025
Vrijdagmorgen snellen velen op het land naar het gemeentehuis, anderen stoutmoediger bellen in den vroegen ochtend bij den burgemeester aan; Z.E.A. weet nog niets. De dagbladbureaux zien al om 6 uur troepen menschen voor het raam der bulletins staan; doch daar vinden ze alleen dat van 's nachts 3 uur; dit bevredigt hen niet en daarom.... zij blijven wachten.
'k Zat maar te luieren in een schommelstoel, recht door mijn raam kijkend in den stijven kippenloop der straat, kalkwit in de zon, en naar de menschjes die als puuletjes scharrelden in het licht, weinige en dan nog maar even, want 't was heet.
Dan moesten ze lachen tegen elkaar van louter vreugde om hun heerlijk huishoudentje, in die aardige kamers; dan scharrelden ze zonder veel praten innig-vergenoegd 'n beetje rond, om eieren te koken en de bloemen te verfrisschen; en staken de jonge hoofden uit 't raam in de koele morgenlucht om te kijken, of hun zwanen nog niet aan kwamen drijven.
Toe zegt ze: "Al zou je moeder heelemaal lam zijn...., als ze er maar zit in 't eigen hoekje en "kind" tegen je zegt, zooals alleen zij dat doet. Tegen jou, al heb je zelf al groote kinderen, zegt ze zeker ook nog weleens "jongen"? Ja nèt! zeg ik en denk an 't ouwe mins met d'r breikous in d'r stoel voor 't raam, of bij den eerdappelpot. 'k Zou met je willen ruilen! zegt ze toen.
Het zag er somber uit, alles grauw en vaal met een egaal-grijze doffe tint "echt weer om heerlijk in mijn kamer te gaan zitten, met den rug naar het raam en het gezicht naar het vuur," had Cécile 's ochtends gezegd.
De straatjes volgden elkaâr, vaal als harpuis of wittig van wanden, bespat, bedrekt, waar een oud geluikt raam en op de ribbels met zand bestoven, soms met kruishouten dicht was; over een weg vol gaten struikelde Johan met telkens zwikkende voeten den dokter achterna, hoog en laag door de drogende modder, over struiken en groen, bossend en bezemend overal, vegeteerend in den vruchtbaren zonne-schemer.
Op zijn kantoor in de Warmoesstraat, aan zijn schrijftafel vlak bij 't raam, zat hij te schrijven aan zijn vriend Edward, die in Batavia woonde. Zijn stijf, geglansd papier bolde op, glimmend in 't kil-wittige Octobermorgenlicht, zoodat hij zijn natte letters bijna niet zien kon.
"Wat een roerend schouwspel!" zei Cécile zachtjes tot Louise, die met haar bij het raam stond. "Och, ik vind het eigenlijk heel aardig dat ze zoo blij is," fluisterde Louise terug. "En wat is ze er lief gaan uitzien, Cilly. Ze heeft zoo'n mooie kleur van haar gekregen en ik heb vroeger nooit opgemerkt dat ze zulke aardige oogen had." "Lieve tijd, Lou, ze kan best hooren wat je zegt.
Telkens stond ze stil voor een der winkelramen om al het moois te bewonderen, dat hier uitgestald lag. Het meest trok een groote bloemenwinkel haar aandacht. Het was haar alsof ze in een toovertuin keek, zoo prachtig zag het er achter dat raam uit!
Machteloos-overwonnen zakte meneer Bollekens in een leunstoel neer. Hard werd buiten aan de deur gebeld. De beide heeren schrikten hevig op. Zouden ze daar al zijn? hijgde vader Bollekens. De zoon vloog naar het raam en zei dat de straat vol soldaten stond. In en om de Rosbach krioelde 't als in een mierennest. Ach God!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek