Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
Het Aventuur herhaalde zich! Hoe anders het zich ook herhaalde.... Maar toen haalde Gawein ruim adem en juichte in zijn gemoed en gevoelde zich getroost, dat de nieuwe queste niet, als Destijds, was aangevangen met den strijd tegen een draak, nu weêr wel voor hem doemde de zware riddertaak. Alleen een wel versterkten koningburcht in te nemen! Alleen eene geheele bezetting te verslaan!
Zoo moet het ook geschieden in queste; zoo is het immer geschied: nimmer is Heilige Speer of Heilige Graal of Zwevende Scaec dadelijk gevonden door dolenden ridder; jaren lang doolde ridder in queste, voordat hij vond Heilige Graal, Heilige Speer of Zwevende Scaec.... Het Wonder is de werkelijkheid, het Aventuur is het leven van iederen dag voor dolenden ridder en zoo niet het Aventuur hem tegen hield dadelijk het doel te bereiken, zoû hij nimmer verlossen belaagde onschuld en zoude trouw-aan-liefde nimmer verklaren openlijk voor héél de wereld, als zij deed toen Lancelot mij verloste....
Om Koning Artur het Scaec te brengen...? Hij dacht niet, dat deze weg naar Camelot voer... En, waarom wist hij niet goed, maar vermoedelijk, omdat de voltooiïng van deze queste hem zich onbehagelijk deed gevoelen in zijn riddergemoed en hem afleidde van zijn geluk om Ysabele, vond hij in eens alle deze dingen van groote vernooye: deze foreesten, die zoo op elkander geleken, dat een dolende ridder er immer verdwaalde; deze wegen, die alleen gemaakt schenen om dolende ridders, nog meer dan hun roeping reeds was, te doen verdwalen; dat Aventuur, dat wel bekroond scheen met uitslag maar zoo twijfelachtig, omdat het Scaec waarlijk voor niets meer deugde... En booze op zichzelf en op alles en niet heel vroom aan Sint Michiel, met iets als een vloek binnensmonds, keek Gawein alle richtingen uit, meende, hij moest nu Zuidwaarts rijden, was werkelijk van niets meer zeker... Tot hij blijde was hij in zijne vereenzaming het te hooren! hoefgetrappel aan hoorde naderen over de krakende takken, die lagen verward over den weg, en meende welbekende stemmen te vernemen... Een dier stemmen riep: Ja, waarlijk, bij den rijken God van Hemelrijk!
Mijn valiante wigant en schoonzone, komt gij heden een scaecspel zoeken, dat binnen mijn muren schijnt neêr gezweefd? En waarom ook niet? Gij, ridderen van uwen Koning Artur, die nimmer der Aventuren zat en heeft, zoekt immers immer het een of het aâr in queste, door deze landen van Brittannië en van Wallis? Waarom en zoudt gij niet?
En zij reden voort, steeds voort, niet wetende waarheen en vertrouwende, dat zij wel door bewaarengelen zouden worden begeleid, zoo niet dadelijk aan het einddoel der queste, dan toch tot Aventure.... Zoo als in het Leven, zeide Lancelot wijsgeerig. In het Leven? vroeg Gwinebant, als een knaap. Waar het Aventuur is het Goede en het Kwade, als in de queste, zeide Lancelot.
Vooral in het derde deel, dat de vertaling bevat van de Queste van den Grale, vinden wij veel allegorie: zoo b.v. een grafsteen die de "hertheid van ertrike" voorstelt; de weg ter linkerhand is de weg der zondaren; zeven ridders zijn de zeven hoofdzonden; de tafelronde is de wereld; de oude en de nieuwe wet worden voorgesteld door eene vrouw op een serpent en eene op een leeuw gezeten .
Werkelijk, het was Koning Arturs stem, betuigden in hoogste verwondering Assentijn en de ridders van Tafel-Ronde. Er was geen twijfelen aan! Het Wonder sprak met koninklijke stem dringend, bevelend uit de gouden trompet! Gawein bloosde als een knaap. En boog het hoofd. Toen riep hij luide; Morgen, voor dauwe en dage, tijg ik ter queste uit, zoo helpe mij Sint Michiel!
Want als Gawein wederom ter queste tijgt naar dat Scaec, tijgen wij, niet waar, mijne gezellen, tijgen Sagremort, Galehot, Gwinebant en tijgt Lancelot mede naar den burcht der feloenen en der belaagde dampselen, waar die kwade ridders gevangen houden vijf ridderen van Tafel-Ronde: Bohort! Ywein! riep Gwinebant. Acglovael! riep Sagremort. Meleagant! riep Galehot.
Ach wi, ach wacharme, Keye, terwijl mijn eerste twaalftal ach wi, ach wacharme, sedert Mordret en Didoneel feloenen bleken, moet ik wel zeggen: tiental zoo lang toeft te keeren tot Camelot en ik van berouwe smacht, dat ik Gawein gedrongen heb te gaan op queste van een tweede Scaec, dat wellicht een onzalig duvelsche Scaec blijkt en hem tot verderf zal brengen!
Zoo gij vergeet van dat Zwevende Scaec en talmen blijft in de queste, door u op u genomen als ridderplicht, zal ik zelve, uw Koning, mijn goede ors bestijgen en ter queste tijgen: dat zwere ik bij mijn krone en bij den rijken God van Hemelrijk, Marië's Kind, die voor ons geboren werd!" Er ruischte een verbazing de zale door!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek