Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Haal mij dat kruid; maar wees terug, aleer Een mijl de Leviathan zwemmen kan. PUCK. Een veertigtal minuten, en ik ben Den aardbol driemaal om.

Met hun drieën bekeken zij nu aandachtig Muller's buste, een heele poos, zwijgend, met kritische oogen. Eindelijk zei Karel: ik snap d'r niks van, 't ding zit toch best in mekaar en 't is goed gedaan naar 't portret. Puck nam een stukje klei, rolde er handig een klein balletje van, plakte dat op Muller's neus en streek er met zijn natgemaakten vinger overheen, met schuins gehouden hoofd kijkend, hoe 't deed. Bruin, die de photographie in handen had, riep eensklaps: D'r af, Puckie! Gauw d'r af! Zóó is 't heelemaal donderen veel te dikke ponem. Neen, d

Vaarwel, gij plompe geest, want ik moet gaan, Dra komt mijn koningin met de elfen aan. PUCK. De koning viert een feest hier deze nacht; Hij moet de koningin niet zien; geef acht!

Weest, goden, aan mijn zij, En staat toch, komt er strijd, Lysander bij. PUCK. Slaap gezond Op den grond; Minnaar, 'k bied In 't verdriet Heulsap, dat op 't oog u vliet. Als ge ontwaakt, O dan smaakt Gij weer heil Boven peil, Als ge uw vroeger liefje ziet. Wat de boerenspreuk beweert, "Elk het zijne" is niet verkeerd; 't wordt met voorbeeld hier geleerd, Als ge ontwaakt, want, ziet!

'k zoek u; spreek een woord! Waar schuilt ge in 't woud, of vlucht gij altijd voort? PUCK. Gij bloodaard! snoeft gij tegen 't zwerk en pocht Gij tegen 't bosch, dat ge, o zoo gaarne! vocht, En komt gij niet? Knaap, kom! kom, laffe kwant, Een roede zij uw straf; 't waar zonde en schand, Het zwaard op u te trekken. DEMETRIUS. Zoo! gij daar? PUCK. Ja, hier is niet te vechten; volg mij maar.

PUCK. Koning van der Elfen rij, Helena is hier nabij; Hij, in wien 'k mij heb verzien, Wil nu haar zijn liefde biên; Wilt ge deze klucht bespiên? God! hoe dwaas zijn toch die liên! OBERON. Kom ter zij! Hun schett'ren maakt Dat Demetrius ontwaakt. PUCK. Dan zijn twee op een verliefd! Of dat grapje mij gerieft! Want dat is mijn grootste pret, Dat ik 't onderst boven zet.

En zijn moeder, die alles had gehoord en zich ook veel lichter voelde dan een oogenblik te voren, zei haperend ze was toch nog eenigszins bang voor de veiligheid van haar Tom: 't Stomme dier kon 't heusch niet helpen, Sjuul; hij zat zeker een muissie na ... en zij vertelde hoe alles zich had toegedragen; maar toen ze eindigde met te zeggen: Wat 'n toeval, nou lijkt ie ineens? zei Puck hoog ernstig: Neen, m'n beste juffrouw!

Op nieuw is onze liefdevlam ontbrand, Wij brengen morgen nacht, weer zielsverwant, Door dans in Theseus' huis zijn heil tot stand, En zeeg'nen 't huis met menig liefdepand; En daar vereenige ook de huwlijksband, Deez' paren, met hun vorst, op blijden trant. PUCK. Elfenkoning, hoort gij 't niet, De uchtendleeuwrik zingt zijn lied.

Vort! schreeuwde Puck en schopte met zijn korte beentjes een bankje voort, maar Tom, met dikken, hoogen rug wreef zich tegen een stoel. Neen, doe 'm niks! 't Stomme dier kan 't toch niet helpen; kom hier m'n poessie! 't Is zoo'n goeie lobbes zij nam de kat op 'k zal 'm zoo lang in 't keukentje opsluiten, want als Sjuul thuis komt en 't merkt, krijgt ie d'r van langs.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek