Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Volbreng dit wel; hij blake in fellen gloed, Voor haar, veel meer dan zij voor hem nu doet; En wees terug voor 't eerste morgenlicht! PUCK. Gerust, mijn vorst; uw dienaar kent zijn plicht. Een ander gedeelte van het woud. Titania komt op met haar Gevolg van Elfen.
HERMIA. Dat half die wensch uw schoonen wensch beloon'! PUCK. Door het woud ben ik gegaan, Geen Athener trof ik aan, Door wiens oog mij worde ontdekt, Hoe dit bloempje liefde wekt. Wie ligt daar? O, stille nacht! 't Is de Atheensche kleederdracht. Meester, ja, dit is de maat, Die de Atheensche maagd versmaadt; En ook 't meisje slaapt gezond Op den vochten, killen grond.
SPOEL. Ja goed; past op er te wezen of het zal er spannen! Een woud bij Athene. Elfe en Puck komen op, van verschillenden kant. PUCK. Zeg, geest, waarheen? waar zwerft gij heen?
OBERON. Wees, nimf, gerust; eer hij dit woud verlaat, Zoekt hij uw min en wordt door u versmaad. Hebt gij de bloem daar? Welkom vleugelvoet! PUCK. Daar is zij, Heer. OBERON. Geef hier dan; zoo is 't goed.
Puck rookte en zweeg, afwachtend en vragend naar haar ziende. O! zei ze eindelijk, 't is onze huisheer maar.... Stil! sjuut...! Bruin stond in 't atelier en sprak tamelijk luid. M'n goeie meneer Apels, ik geef u volkomen gelijk 't is heel beroerd als je zoo telkens teleurgesteld wordt, maar ik kan 't waarachtig niet helpen 't is slap tegenwoordig met 't werk.
Op 't oog, zoozeer hebt gij gefaald, Van trouwe min is 't minnesap verdwaald; En door die feil is echte min gedeerd, Niet valsche min tot echte min bekeerd. PUCK. Ja, één zij trouw; miljoenen, in 't gemeen, Doen eed op eed, maar houden er niet een.
Gelukkig, dat, zijt ge ook een handjesnel, Mijn beenen langer zijn, 'k ontloop u wel. HERMIA. Ik sta verstomd; wat is hier toch in 't spel? OBERON. Hoe onbedachtzaam! gij vergist u steeds, Of voert moedwillig schelmsche streken uit. PUCK. Geloof mij, 't was vergissing, schimmenvorst. Hebt gij mij niet gezegd, dat ik den man Aan zijn Atheensche dracht herkennen zou?
Die neus is goed, om iemand gek te maken!... riep Puck. Bruin zette hem weer op den grond; hij liep naar de buste; duwde den neus wat in elkaar, rondde hem aan één kant af en vroeg: "Is ie zóó beter?" Neen, schei maar uit; je bent ook al geen professor, blijf maar bij je decoraties die schilder je ten minste nogal dragelijk.
DISSEL. O, wat een monster! wonderlijk! wonderlijk! een spook! een spook! vlucht, mannen, vlucht! help! help! PUCK. Nu volg ik u en voer u om en rond, Door bosch, moeras, struik, dorens, heen en weer; nu zal ik ever zijn en dan weer hond, Nu dwalend vuur, dan paard en dan een beer; En knor en blaf en vlam en briesch en brom, Als ever, hond, vuur, paard, beer, om en om.
Pyramus, jij begint; als jij je rede gesproken hebt, ga dan achter die heg, en zoo doet iedereen naar gelang van zijn wachtwoord. PUCK. Wat boerenezels balken hier zoo luid Vlak bij de koets der Elfenkoningin? Wat! een vertooning? Nu die zie ik aan, En speel nog mee, als ik er lust in krijg. DISSEL. Spreek, Pyramus! Jij, Thisby, kom vooruit. PYRAMUS. Thisby, zooals een roosje lieflijk scheurt,
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek