United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tranen vielen op 't borduurraam en wischten er de krijtstreepjes uit, 's avonds zat er vaak een bleeke droomster in 't bleeke prieel en boven op juffrouw Maries kamertje werden nieuwe snaren op de guitaar gezet en bij diens tonen zong ze oude liefdesliedjes, die ze van haar moeder geleerd had.

Maar er kwam geen brand, en er kwamen geene roovers en Nellie kon dus voor niemand iets doen, dan dat ééne; maar daaraan dacht ze niet. Ze dacht aan niets, dan aan de feeën en menschen in de boeken, die ze las, en aan wat ze zou lezen en waar ze zou lezen. Waar, ja daar had ze ook wat moeite mee. In den tuin van hare ouders was een gezellig priëel, maar daar kon ze nooit rustig zitten.

"Hoera, voor 't vogelnestje," juichte Nel en kwam met Doors ingedeukten hoed achter het priëel vandaan. "Gefopt." "Dat is flauw," zei Dolf teleurgesteld. "Wie kan dat nu ook denken." "Ja, zoo'n slim zusje heb je nu," lachte Nel, "wees maar blij." "Nu Door en de tweelingen nog." "Een, twee, drie verlos!" riep Door, toen Dolf juist den anderen kant was opgeloopen. "Dat heb ik je lekker afgewonnen.

Maar hij was toch niet altijd werkeloos toeschouwer geweest; hij had immers het genoegen gehad haar, en die nu haar echtgenoot was, thee te brengen, terwijl zij op eene buitenplaats in een prieel naar de liefdeverklaring van den uitverkoren minnaar luisterde; hij had onder de eersten mogen zijn, die haar met haar engagement konden feliciteren, en waren er geene omstandigheden tusschenbeiden gekomen, dan zou hij ook nog een vers op hare bruiloft hebben mogen debiteren.

Hier hebt ge een mooie Gaughin, sprak hij; het kleurt gelijk een oud tapijt, want het is waarlijk alsof het de zomerzonnen van ontelbare jaren had opgedronken. Gaughin schilderde in Haïti dees doek. Het draagt de zware hitte van de schelle dagen en zie toch hoe beneveld het blijft! Het zindert van een geteemst licht, gelijk een priëel onder glycineloof, in Juli.

"Ik op 't lage stoeltje!" riep Nel een kwartier later en rende naar het priëel zoo vlug ze kon, met de teil met prinsessenboonen voor zich uit. "Jullie moet mij allen helpen. Dolf, haal jij even een paar couranten voor de draden en een grooten bak voor de afgehaalde boonen. Leni kan die boonen mooi doormidden breken.

Zij worden gewoonlijk in de schaduw van overhangende boomtakken in het eenzaamste deel van het woud en altijd op den grond aangelegd. Hier wordt van dicht ineengevlochten rijsjes een grondslag gevormd, waarin de fijnere en buigzamere rijsjes en twijgen, die het eigenlijke priëel uitmaken, vastgestoken worden.

De koning vierde nu met zijn kinderen feest, hij dronk veel wijn, door zijn voorliefde voor den kelebi; op den avond van dien dag, viel de koning bij het meer in slaap, want hij had een rustbank, in een prieël, op den oever van het meer, laten plaatsen. Toen de morgenschemering aanbrak, kon de koning, door de slaperigheid, tengevolge van het drinkgelag, niet opstaan.

Juffrouw Barbara, die hem was nageloopen, had hem met het hoofd voorover op de tafel in 't prieel vinden liggen en gezegd: "Ben je gek, Dorus, ga je nu grienen; foei, dat is laf voor zoo'n grooten jongen!" en hij had haar toegevoegd: "Jij hebt geen hart in 't lijf, ouwe heks!"

Hier, waar zoo mild de geur'ge heesters bloeien, Als een priëel om d'open bloementuin, Jasmijn en roos naast lijkcypressen groeien, Wees mij gegroet, gij heuv'lig Eik-en-Duin! Ontsluit me uw schâuw, gij breedgewelfde linden En eiken, die een bouwval houdt omkranst, Wier hoogste top, doorschuifeld van de winden, In 't vonklend goud der avondzonne glanst.