Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Weg, booze! welk een praat, welk maal? gij zijt, Zooals gij allen zijt, een tooverkol; Ga, ik bezweer u, ga, verlaat mij, voort! COURTISANE. Geef dan den ring, dien ik aan 't maal u gaf, Of wel de keten, die gij hebt beloofd; Dan ga ik, heer, en val u niet meer lastig.

"Ja! als jij thuis waart en Mijnheer in 't leger, dan wist jij de nieuwtjes van de binnenplaats en de bierhuizen 't eerst; doch praat maar niet te veel van het vertrouwen, dat men u schonk: vooral niet," fluisterde Bouke, haar op den schouder kloppende, "als er een jonge knaap met gouden lussen in 't spel komt. Een goed verstaander heeft aan een half woord genoeg, nietwaar?

Als je-n-er beneden den daalder afkomt, mag je van geluk spreken. Daar komt waarachtig Wullekes al ... zeker heeft z'n vrouw hem de deur uitgejaagd, maar zy is even mal als hy, met 'r prinsessen. Ze heeft 'reis in den Haag 'n prinses gezien, en daarvan praat ze-n-altyd. Allemaal wind en 'n engelsche notting.

In stilte is vader zeker toch al ontevreden, want hij vraagt nooit meer of ik ook tijding heb, praat niet meer over onze toekomstige plannen en als ik van Frits spreek of iets zeg dat op onze vooruitzichten betrekking heeft, antwoordt hij niets, of met een glimlach en een onheilspellend schouderophalen!

God heeft het zijne gehad: nu komt de beurt aan de wereld; want dat beider dienst zich niet zoude laten vereenigen, is eene lang vergeten les; alles heeft zijn tijd: godsdienstige gedragingen komen in de kerk te pas, doch zijn allergevaarlijkst, verpestend, doodelijk voor den goeden smaak.... dan, ik begin waarlijk te moraliseeren.... och neen! ik praat maar na.

'Ik praat het niet uit boeken na, en die het mij geleerd heeft is meer waard dan gij allen. Ik ken de taal van bloemen en dieren, ik ben hun vertrouwde. Ik weet ook wat menschen zijn en hoe zij leven. Ik ken al de geheimen van feeën en kabouters, want mij hebben zij lief, meer dan de menschen. Muisje! muisje! Johannes hoorde proesten en lachen, om hem en achter hem.

Dan zeker zal ik u volgen." "Wat is er toch?" riep de vrouw. "Tegen wien praat je?" "Stil ... stil ... 't gaat voorbij. Dit jaar niet. 't Volgend jaar." De doode en de gedaante schreden voort. Bij hen voegden zich de schimmen van dezen nacht. 't Schip lag klaar. Het was als altijd. Weder werd de knaap in de nevelen opgenomen, en hij herinnerde zich niets van wat er was geschied.

"O, 't spijt me zoo vreeselijk, dat je zoo praat, en 't komt heelemaal, omdat je altijd zoo alleen bent.... Jullie allemaal, die verkeerd doen, moest 'n tehuis hebben, gezelligheid. Konden wij jullie dat toch maar geven. Ik wilde, dat alle eenzamen naar ónze kamers kwamen, als ze behoefte hadden aan wat vrouwelijke hartelijkheid.... Ik zou zóó graag veel geven...."

Neen lach uwe nou niet, ik was een erg knappe jongen; m'n vrouw zaliger zei altijd: Aäronleben, je mag d'r wel wezen! Dus wil uwe mijn niet en mijn kijkers ook niet? Enfin! dan spreken we over wat anders. Vindt u niet dat ik nog goed Hollandsch praat? Prachtig!

Ik laat credo's en theorieën voor wat zij zijn, In mijn beschouwing is hun aanzijn reeds voldoende, maar nooit vergeet ik ze, Goed en kwaad zijn mij welkom, beiden mogen spreken als het leven hun dringt, Natuur, zonder dwang, en met oerkracht. Ik heb den praat gehoord van de praters, den praat over het begin en het einde; Maar ik praat niet over het begin en het einde.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek