Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 september 2025


Dit deed hem, met de courant in de hand, naar Bensington's kamer snellen. "Ik geloof, dat Winkles de zaak aan het bederven is. Hij maakt het Caterham gemakkelijk. Hij praat er al maar over en wat het nog uitwerken zal, en jaagt de menschen vrees aan. Als hij zoo doorgaat, geloof ik vast dat hij onze navorschingen onmogelijk zal maken.

Zij maken zich niet warm en schreien niet over hun leven, Zij zijn niet slapeloos in den nacht en beweenen hunne zonden, Zij maken mij niet wee met den praat over hunne plichten tot God, Niet een hunner is onbevredigd, niet een geslagen met de manie van eigendomsbegeerte, Niet een knielt voor den ander, niet voor zijns gelijke die duizenden jaren vroeger leefde, Niet een is achtenswaardig of ongelukkig over de geheele wereld.

Mijn hart gaat bonzenvoegde hij er met zachte stem bij, »net of dat gezicht levend is en tegen mij spreken wil, maar niet kan.« »Goeie hemelriep de oude dame verschrikt uit, »praat zoo niet, kind. Je bent nog zwak en zenuwachtig na je ziekte. Laat mij je stoel naar den anderen kant rollen, dan zie je 't niet.

"En, vader," zoo sprak hij tot Witt, "als ik nu begin te praten, en als dan de ezelsooren uit de zeven kragen komen uitkijken, wat dan?" "Ja, oude," zegt de bakker, "daarin hebt ge gelijk; uit een varkensoor kan men nooit van zijn leven een zijden geldbeurs maken; maar je kunt immers den mond houden, of praat anders hoogduitsch; dat kunt ge toch."

"Hem bekoort de gedachte aan de warme hutten, die hij de armen zal helpen bouwen." De predikant ziet neer op de kleine gebouwtjes die hij met de stokjes van den schandeheuvel heeft zitten bouwen. Hoe langer hij met Gösta praat, hoe meer hij overtuigd wordt, dat deze gelijk heeft. Hij heeft altijd plan gehad om goed te doen, als hij maar eerst genoeg had. Hij houdt de gedachte krampachtig vast.

Gut jongeheer! Ik kom van Femke... Van... welke... Femke? Is... dat... misschien... weer... 'n grootmoeder van je, ? En met dreigend gebaar deed hy 'n stap vooruit. Ben... jy... de vryster... van... Stoereman den molenaar, ? Weer 'n stap vooruit. En Kaatje terug! Kom... jy... ook... hier... alweer... kyken... of... ik... heelemaal... naakt... ben, ? Och, jongeheer, wat 'n praat!

"Het is niet voor niets, dat zij steeds over den prins praat," zei hij. "Zij hoort tot die vrouwen, die hun heele leven op hem wachten. De meeste wachten misschien, meer of minder onbewust, op den "man", maar het soort, dat ik hier op het oog heb, wacht op den "prins". Geestelijk gesproken, moet hij van koninklijken bloede zijn, versta je?

De Veer knikte, dat hij 't ook wist; maar Go barstte in 'n zenuwachtig lachen uit: "Och Otto, 't is niet waar. Praat toch niet zulken onzin.... 't Is zoo idioot, als die menschen al hun zorg hebben besteed, maanden lang, om 'm beter te maken, en als hij dan...." "Toch is 't waar," besliste Beerenstijn, "en dit is de eenige oplossing van zooveel duistere gevallen...."

Jufvrouw Bella! jufvrouw Bella!" riep hij haar achterna. Zij was de gelagkamer weder binnengewipt en stond hem te woord over de onderdeur. "Mijnheer Jakob, gij zijt een mooiprater. Is dat nu taal voor een gewoon mensch?" "Zoo praat men op het tooneel, jufvrouw Bella, en zoo behoort het. Wilt gij mij de eer doen voor morgen-avond een vrijkaartje van mij aan te nemen?

Woord Van De Dag

eniger

Anderen Op Zoek