Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Wouter's triumf over de afgedongen vier stuivers, werd eenigszins gematigd door 't gefronsd voorhoofd van Pompile, toen deze de buitensporigheid van z'n lichtzinnige wederhelft te weten kwam: Binnen geweest? Zelf de jonge-mevrouw gesproken! Ei ... zoo? Binnen-geweest in de zykamer? Waarom ben je binnen geweest?

Die arme knoop! Wouter zette 'n gezicht alsof-i volkomen bereid was alles te begrypen wat men hem vertellen zou. Om z'n brood ... hi, hi, hi, 't lykt er niets naar! Gut, Pompile, begryp eens, er zouden menschen zyn die dachten dat Flodoard schilderde ... hi, hi, hi ... om z'n brood! Ja, papa! Neen, mannetje, ik zal je heel wat anders zeggen ... heel wat anders!

De oude dwaas scheen op antwoord te wachten: Ja, ja, raad eens! Je mag gerust eens raden! Hon...derd... gulden, m'nheer? Hi, hi, hi ... hoorje dat, Pompile? Hoor je 't Eugène? Heb je 't gehoord, Dieper? Honderd gulden! Help me onthouden, Eugène, dat ik die aan mama vertel! Honderd gulden? Honderd gulden? Wil ik je-n-eens wat zeggen, mannetje? Honderd gulden ... ja! In de maand, weetje?

Hy peinsde op middelen om aan den oudeheer, en aan m'nheer Pompile en aan al die Kruckers 'n bewys te leveren dat men verkeerd had gedaan hem naar de mangelkamer te verwyzen.

En deze vrees was niet ongegrond. Juffrouw Pieterse-zelf zou dit maatschappelyk standpunt niet byzonder hoog gevonden hebben: 'n schilder! Hy is ... fynschilder, weetje? Zeg, Pompile, je moet hem Mozes by 't Doornbosch eens laten zien ... In de hoes, papa!

Al zy het nu dat de jongeheer Pompile niet zeer zuiver de waarheid sprak, wanneer-i 'n onnoozelen "buitenman" die 'n krieuweltje kwam koopen, verzekerde: "dat papa zoo byzonder ryk was, en dat ze 't om den broode niet hoefden te doen" toch hadden de jonge-lieden 'n anderen werkkring kunnen kiezen.

Zieje wel, Stoffel, riep z'n moeder, ze hebben allerlei voor hem te doen! Net zooals de dokter zei: 'n jong-mensch moet veel werken. Precies wat ik altyd zeg. Veel werken is de boodschap. Zorg nu vooral, Wouter, dat je-n-op je tyd daar bent, en laat vooral die m'nheer ... hoe heet-i ook? M'nheer Pompile, moeder. Nu ja, de naam doet er niet toe. Ik meen maar dat je zorgt op je tyd te wezen.

Ratel en snater, Pompile, als toen je nog leefde, en al of niet woonde op die fameuze Keizersgracht!

Komaan, jongeheer Pompile, spreek, laat je hooren en bekyken door ieder die 'n abonnement kan betalen aan Wouter's boekenman in de Hartenstraat! En jy ook, jongeheer Eugène! En Hersilia! En Leon! En Rodomont! En Flodoard! En de rest! Veroorloof me of niet, naar verkiezing! u 'n draadjen om den poot te strikken, u te laten vliegen, huppelen en dood-liggen als 'n meikever. Spreek, Pompile!

Z'n komst op 't kantoor werd altyd, door Pompile vooral, met weerzin gezien, omdat hy voor-zoo-ver er inderdaad iets te doen viel de bedienden van 't werk hield door z'n eindeloos gebabbel. Dit was, vooral n

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek