United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Komaan, jongeheer Pompile, spreek, laat je hooren en bekyken door ieder die 'n abonnement kan betalen aan Wouter's boekenman in de Hartenstraat! En jy ook, jongeheer Eugène! En Hersilia! En Leon! En Rodomont! En Flodoard! En de rest! Veroorloof me of niet, naar verkiezing! u 'n draadjen om den poot te strikken, u te laten vliegen, huppelen en dood-liggen als 'n meikever. Spreek, Pompile!

En zie ... hy greep minder ver mis, dan de lezer denkt. Al moest dan de heer Kopperlith ootmoedig erkennen dat-i nog altyd onder z'n bankiers geen gekroond hoofd had, toch, toch ... De Paus? Neen, mannetje, niet de Paus. De jongeheer Flodoard ontvangt alle maanden honderd gulden op 't kantoor van een ... van wien, denk je? Ik zal 't je maar zeggen: van 'n ... prins! Niet waar, Dieper!

N...e...e...n, m'nheer, o neen! Zoo? Ik dacht dat je dat dacht. Maar zieje, 't is juist andersom. De jongeheer Flodoard verteert veel geld te Rome, heel veel geld! Zeg eens, hoeveel geld denk jy wel dat de jongeheer Flodoard te Rome verteert? Komaan, raad eens! Och, daarvan stond weer niets in Strabbe! Onze Wouter voelde zich in pynlyke verlegenheid.

Ja, ja, mannetje, m'nheer Dieper kan je de wissels laten zien want die worden op myn kantoor door m'nheer Dieper betaald, weetje? de wissels van prins Torlonia! Wat zeg je daarvan! Je ziet dus wel dat de jongeheer Flodoard niet hoeft te schilderen voor z'n brood?

Hy had z'n doel bereikt: het jonge-mensch was vernietigd. En nog zyn er onverlaten die uitstrooien dat Hollanders "van fortuin" zich niet weten te amuzeeren! M'n zoon de jongeheer Flodoard, weetje? is daar ... Hier stuitte de kinderachtige bluffer. Het denkbeeld kwam in hem op, dat misschien die domme burgerjongen niet op de ware hoogte stond om te beseffen wat 'n schilder was.

Zieje, mannetje, dat heeft-i zelf geschilderd, en hy krygt er niets voor. En 't hangt op de zaal vlak, vlak hierboven, weetje? en je mag 't zien, als de hoes er af is, want ... nu is er 'n hoes over, omdat mevrouw naar buiten gaat, naar myn Buiten ... Groenenhuize heet het. En daar mag je-n-ook wel eens komen, want ... daar hangen ook schilderyen van den jongeheer Flodoard ... d

Luister, m'nheer Krucker! In 'n heel jaar, weetje! M'n zoon Flodoard te Rome! Maar, papa... Stil, Pompile! Wel, mannetje, spreek op! Laat m'nheer Krucker d

Ja, mannetje, zóó is het toch! Die brief gaat daarom moet je netjes schryven naar m'n zoon, den jongeheer Flodoard die te ... Rome-n-is! Wat zeg ie dáárvan? Wat zou Wouter zeggen? Ik weet het waarachtig niet. En hy-zelf wist het ook niet. Dit bezwaarde hem. Zou er ook misschien 'n naastbyliggende plicht verzuimd worden als-i zweeg? De oudeheer genoot van z'n hakkelen.

Die arme knoop! Wouter zette 'n gezicht alsof-i volkomen bereid was alles te begrypen wat men hem vertellen zou. Om z'n brood ... hi, hi, hi, 't lykt er niets naar! Gut, Pompile, begryp eens, er zouden menschen zyn die dachten dat Flodoard schilderde ... hi, hi, hi ... om z'n brood! Ja, papa! Neen, mannetje, ik zal je heel wat anders zeggen ... heel wat anders!

De jongeheer Flodoard schildert ... voor z'n pleizier, en ... voor de Kunst. Wat zeg je dáárvan? Wouter bleef stom van verbazing. Heel goed! Voor de Kunst, mannetje! Denk je dat-i wat krygt voor z'n schilderyen? Zeg, Pompile, je moet 'm toch Mozes by 't Doornbosch eens laten zien ... Ja, papa!