United States or Yemen ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ghijselbrecht, uwen zoon?" herhaalde Rijkaard met eenen schertsenden glimlach. "Ik weet dat gij hem niet genegen zijt", zeide Tancmar, "maar bij bemint jonkver Placida en zij zou hem gewillig tot echtgenoot aanvaarden." "Is het daarom dat gij hare huwelijksbelofte met Sneloghe poogt te verbreken?" morde Van Woumen. "Ho, neen, spreken wij er niet meer van.

"Doemenis, ik heb gedacht dat het zoo zou eindigen!" kreet Burchard met plotselijke woede. "Waar een Tancmar omtrent kan mag een Erembald zich aan hoon of onheil verwachten. Gij zijt het slachtoffer eener snoode kuiperij, Robrecht. Misschien wist gij het niet; maar Ghyselbrecht Tancmar heeft insgelijks naar de hand van jonkver Placida gestaan. Van daar komt u deze vernedering."

"Wie toch kon weten", schertste Placida met misprijzen op de lippen, "dat gij u vereerd zoudt achten met de hand eener edelgeborene jonkvrouw? Gij zijt een Kerel; een Kerlinne alleen is uwer liefde waardig! Dakerlia wone dus op Ravenschoot! Wees zeker, heer, ik benijd de dochter van Segher Wulf dit geluk niet!"

Hier zag hij tusschen de boomen eene vrouw wier nederige kleeding eene dienstmeid scheen aan te kondigen. Zij trad in zijne baan, als wachtte zij hem af, liet hem nader komen, schikte zich nevens hem en vroeg met verdoofde stem: "Heer, herkent gij mij niet?" "Ja, gij zijt Brigitta, de dienstmeid van jonkver Placida", mompelde Robrecht, haar beziende. "Ik heb u iets te zeggen, heer.

Dit is de belooning voor hare teedere vriendschap, voor hare liefde! Eilaas, ik bezwijk van wanhoop bij het verlies mijner goede zuster!" "Luister, Witta", sprak Robrecht op ernstigen toon. "Het huwelijk is een band door God geheiligd en dien wij als Christenen verplicht zijn, tot in den grond van ons hart te eerbiedigen. Ik ga trouwen, Placida Van Woumen wordt mijne echtgenoote.

Ach, nu hij eeuwig vaarwel aan den schoonsten droom zijner ziel had gezegd, nu las hij met klaarheid in zijnen eigen boezem, nu kon hij afmeten wat hij had verloren en welke schrikkelijke opoffering het noodlot hem had afgedwongen! Zijne goede zuster Witta, de arme weeze, welk zou voortaan haar lot zijn? Met de trotsche Placida zou zij niet lang kunnen wonen zonder zich vernederd te gevoelen.

"Jonkver Placida", zeide hij zonder driftigheid, "onze ouders hebben geoordeeld dat een huwelijk tusschen ons wenschelijk was voor het welzijn van beide geslachten. Zij hebben onze harten niet geraadpleegd; zij konden het niet doen, wij kenden elkander nauwelijks. Wat mij betreft, ik heb uit plichtgevoel die verbintenis aanvaard met de hoop, bijna met de zekerheid dat ik u zou beminnen.

Zijn zoon Ghijselbrecht heeft lang naar de hand van jonkver Placida gestaan. Gelukkig dat op dit oogenblik de beloftegift reeds moet aanvaard zijn en het dus geheel onwaarschijnlijk is dat Rijkaard Van Woumen nog op eene wederzijds bevestigde verbintenis kan terugkomen.... Maar Tancmar is zoo vol list en zoo bedrijvig!"

Hebt gij dan nog de hoop behouden dat Placida Van Woumen zijne echtgenoote niet zal worden?" "Of ik nog eenige hoop heb behouden?" herhaalde jonkver Wulf met plotselijke ontmoediging. "Eilaas, neen, vriendinne, niet de minste hoop.

Zijne verwarde zegekreten deden haar verbaasd opspringen, en zij wilde hem vragen wat hem dus was overkomen; maar hij sloot haar in zijne armen en zeide: "Witta, de Hemel is ons barmhartig! Ik trouw niet met Placida; zij zelve heeft onze belofte verbroken en mijne gift mij doen terugnemen. Het is onherroepelijk.