United States or Kiribati ? Vote for the TOP Country of the Week !


Placida Van Woumen is schoon; er is goedheid in haar hart. Wie weet? misschien zal ik haar de liefde kunnen schenken die zij verdient...." In Dakerlia's oogen, welke zij nu ontdekte, vlamde een vreemde blik. De ridder begreep hem niet, doch deinsde er van terug en bleef vragend op de maagd staren. "Placida?" riep zij, "Placida zal u ongelukkig maken, arme Robrecht!" "Hoe kunt gij het weten?"

Zoo vervuld met onverwinnelijke droefheid, doch welberaden om niets te zeggen of te doen dat Placida of hare ouders kon kwetsen, bereikte hij sher Rijkaards Steen. Op zijne vraag zeide hem de schalk, die de poort opende, dat mher Van Woumen sedert gisterenavond was teruggekeerd, maar nu daareven den Steen had verlaten.

Neem uwe beloftegift terug ..." "Eilaas, jonkver Placida, wat doet gij?" "Neem uwe gift terug; ik ontsla u van uwe belofte: gij zijt vrij." "Maar wat zal uw heer vader zeggen?" "Mijn vader weet wat ik voornemens was heden te doen. Hij betreurt mijn besluit, doch wil mij niet dwingen." "En hij zal ons ten vijand worden?" "In het geheel niet. Neem uwe beloftegift terug, heer!"

Ach, hadde ik het vroeger kunnen gelooven! Maar alle hoop is nog niet verloren. Kerlingaland kan de slachtoffering van ons beider geluk niet eischen. Wees getroost, Dakerlia. Wij hebben in elkanders hart gelezen. Neen, neen, Placida Van Woumen wordt mijne echtgenoote niet! Laat mij gaan; ons levensheil kan afhangen van een enkel oogenblik."

"Ha, ik wist wel dat gij eindelijk den afgrond zoudt erkennen waarin gij, door onwetendheid der zaken, u en uw onnoozel kind ging storten!" riep Tancmar zegevierend uit. "Laat ons nu vooronderstellen dat jonkver Placida met Robrecht Sneloghe getrouwd zij, op het oogenblik dat de Kerels tot den staat van onvrije lieden worden verlaagd.

Ik meende ze verborgen te houden tot den dag na ons huwelijk; maar dewijl jonkver Placida zoo minzaam mijne beloftegift heeft aanvaard, voel ik mij aangedreven tot onbescheidenheid. Volgens de overeenkomst tusschen u, mher Van Woumen, en mijnen oom, den proost van St-Donaas, gesloten, zal ik mijner bruid het landgoed te Houthem als morgengave in vollen eigendom schenken, niet waar?"

Bewijs uwe onschuld: het moet u gemakkelijk zijn; jonkver Placida zal terugkomen op haar besluit ... Nu keer ik spoedig weder naar onzen Steen. Bedank mij niet: ik ben nu eene slavinne, maar mijne ouders waren vrije Kerels. God geleide u, heer!" Robrecht zag haar eene wijl denkend achterna.

Robrechts zuster, verwonderd over den scherpen toon van Dakerlia's stemme, aanschouwde haar twijfelend. "Gij verwondert mij", zeide zij. "Hoe zijt gij nu eensklaps zulke onverzoenbare Kerlinne geworden? Men zou gaan vermoeden dat gij die schuldelooze Placida eenen bijzonderen haat toedraagt."

"En mher Sneloghe is heden gansch genezen?" vroeg zij op eenen toon van half verborgen spot en met eene spijtigheid die Robrecht verbaasde. Hij aanschouwde haar zwijgend. "Waarom mij bedriegen?" zeide zij. "Gij waart niet ziek, heer. Iemand anders moest gij bezoeken, niet waar?" "Ik begrijp u niet, Placida", mompelde Robrecht.

In alle geval, hij heeft, toen er spraak was van zijn huwelijk met Placida, mij verklaard dat hij beslissend van Dakerlia's hand afzag." "Ik geloof het wel", bemerkte Burchard. "Men trouwt niet met twee vrouwen te gelijk." "Neen, zoo eenvoudig was zijne verklaring niet. Hij beloofde mij zelf ten mijnen gunste bij Dakerlia te pleiten.