Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Hij had die verbintenis aanvaard en zich met goeden wil aan het onverbiddelijk lot onderworpen; ja, hij had gehoopt dat allengs in zijn hart eenige genegenheid voor de schoone Placida Van Woumen zou zijn ontstaan. En nu? Nu boezemde Placida hem afschrik in, nu deed het gepeins dat hij in hare tegenwoordigheid ging verschijnen hem sidderen!

"Mijn oom, de proost van St-Donaas, zegt, dat men hem ten onrechte zulks ten laste legt. Hij heeft integendeel de Kerels bij den graaf verdedigd." "Maar, Witta, jonkver Van Woumen moest trouwen met Ghijselbrecht Tancmar, den rusteloozen vijand der Erembalds?" "Van dit huwelijk is er geen spraak meer." "Het is gelijk: Placida is geene Kerlinne; het bloed der verdrukkers vloeit in hare aderen."

"Vrees niet, heer oom", antwoordde de jonge ridder, "mijn besluit is genomen, rechtzinnig genomen; ik zal onderwege mijne krachten verzamelen en, wees zeker, mij zal de moed niet ontbreken om mijnen plicht tot het einde te volbrengen." "Toon u ten minste een weinig lieftallig voor jonkver Placida." "Hoofsch en minzaam moet een ridder immer met jonkvrouwen zijn. Dit kan ik niet vergeten.

Wilt gij niet dat ik, door de diepste treurnis getroffen, u voor altoos mijne vriendschap en mijne achting onttrekke, begeef u onmiddellijk naar sher Rijkaards Steen en bied jonkver Placida uwe beloftegift aan!" "Dus geene genade voor mij?" "Geene. Uwe belofte moet u heilig zijn." Robrecht bezag zijnen oom eene wijl met strakken blik, als worstelde hij nog tegen een pijnlijk besluit.

Toen onze jonkver Placida den wensch had uitgedrukt om eene jonge huismeid te vinden die handig was in naai- en stikwerk, heeft haar heer vader mij afgekocht van het klooster ten Nonnenbosche, en zoo ben ik nu zijne lijfeigene geworden." "Maar wat kon uwe moeder anders doen?" bemerkte Amelberga. "In alle geval zoudt gij de dienaresse van vreemden geworden zijn en uwe vrijheid verloren hebben."

Nu en dan ontsnapte haar een zucht en murmelde zij eenige afgebrokene woorden, waartusschen de namen van Placida en Robrecht alleen met eenige duidelijkheid waren uitgesproken; maar die namen, als stonden zij tegen haren wil op haren mond, deden haar telkens spijtig het hoofd schudden, en dan slechts verroerden hare leden met eene korte doch krachtige beweging van ongeduld.

Waren al de Erembalds hem gelijk, er kwame spoedig een einde aan den overmoed onzer vijanden. Het is mher Sneloghe niet die de hand van jonkver Placida heeft gevraagd; het is zijn oom de proost. Zijne huwelijksbelofte met Placida is verbroken. Hij gaat trouwen met Dakerlia Wulf. Gij moet het weten." "Eilaas, ja, ik weet het tot mijn ongeluk!" zuchtte Disdir. "Snode spot!

"Maar berekent gij dan niet, Placida, dat mijne maagschap, dat de Erembalds het breken dezer verbintenis als eenen bloedigen hoon zullen beschouwen? Wat al ongelukken kunnen daaruit ontstaan!" "Gij bedriegt u, heer. Mijn vader zal uwen oom, den proost, gaan spreken en hem doen begrijpen dat ik alleen de schuld ben van alles; dat ik dit huwelijk van de hand wijs, ondanks den wensch mijner ouders.

Maar hij bedaarde even spoedig en sprak: "Placida, een man zou mij die beschuldiging niet ongestraft toesturen; in u evenwel eerbiedig ik niet alleen mijne verloofde, maar tevens de vrouw. Men heeft u bedrogen, ongetwijfeld; men heeft kwaad van mij gesproken en gij, gij hebt het geloofd! Ik had recht op meer vertrouwen van uwentwege. Mijne valschheid! Gij acht mij valsch?"

Indien gij door de koelheid uwer woorden jonkver Placida tot eene weigering deedt besluiten of een uitstel deedt vragen, meent gij dat gij jegens uw geslacht niet even schuldig zoudt zijn?"

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek