Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Dadelijk bij de begroeting had het hoofd mij een reuzenkawawortel gebracht, en mijn taupo had er onder de toespraken een drank uit bereid, die mij meer belang inboezemde dan de speeches van het hoofd, vooral omdat ik iets bedenkelijks vond in de wijze van bereiding en twijfel voelde opkomen aan het genot, dat mij van dezen drank uit Piper Methysticum te wachten stond.
"Weet je het niet?" vroeg Liesje. "Neen, ik kan het niet raden." Liesje gleed van haar schoot af, liep naar Miss Piper toe, liet het pakje aan haar oor rammelen, maar met hetzelfde ongunstige resultaat. "Laat mij probeeren weer," zei Miss Piper, maar het hielp niets. "O maar, wat dom!" riep Liesje uit.
En met het puntje van haar tong uit den mond en haar hoofd dicht over het papier gebogen, schreef ze zonder ophouden voort. Miss Piper kwam haar een kopje thee brengen en bleef even bij haar om een paar vriendelijke woorden te zeggen, maar overigens kon zij zich ongestoord aan haar werk wijden, zoodat ze eindelijk het laatste woord had geschreven.
Zij haalde eens diep adem, terwijl Miss Piper ernstig naar haar keek en zich afvroeg, waarom hare oogen zoo schitterden en ze zoo ongeduldig met den voet op den grond stampte. "Poor child!" zei de gouvernante bij zichzelf. Toen, naar Elsje toegaande en de hand op haar schouder leggend, vroeg ze: "Wat is het, Elsie?" Cécile was de eenige in huis, die haar nog "Lizzie" noemde.
Zij vond Cécile naar en onhartelijk, maar ze wou toch moedig blijven. De enkele vriendelijke woorden harer tante en van Miss Piper hadden haar goed gedaan en zij streed dapper tegen het verlangen, om terstond haar eigene kleeding weer aan te trekken en met den allervlugsten trein naar haar grootmoeder terug te keeren.
Die heeft wat naar je verlangd, kind; Cilly zou haast jaloersch geworden zijn." "Ik kom Elsje een brief brengen, zeker van Miss Piper," zei de oude dame, die de kamer binnenkwam, gevolgd door Cécile en Louise. "Cilly heeft geen reden om jaloersch te wezen. Is het wel, madame la baronne?" fluisterde Loulou lachend. "Sst! Stil toch!" fluisterde Cécile terug.
Vindt u ook niet, juffrouw?" vroeg hij, zich tot Miss Piper wendend, die Elsje telkens bemoedigend had toegeknikt, zonder dat deze er iets van gemerkt had. "Ik versta niet u," zei Miss Piper. "Ik ben Engelsch." "O...." zei mijnheer Meudon teleurgesteld. "Maar u spreekt toch Hollandsch?" "Heel klein. Het is moeielijk aan mij."
Cécile zat aan den anderen kant van het vuur op een lage, sierlijk gedrapeerde tabouret en keek met een spottend lachje op, toen hare moeder met Elsje binnen kwam. Bedremmeld bleef het kind bij de deur staan, totdat mevrouw d'Ablong haar bij de hand nam en naar Miss Piper toebracht. "Mijn nichtje, Miss Piper," herhaalde Elsje's tante. "Gij zult gauw goede vrienden met haar worden, hoop ik.
Ik wil volstrekt niet dat Miss Piper je ziet in die verschrikkelijke jurk en buitendien zouden Cécile en ik ook onmogelijk den heelen avond naar dat leelijke toilet kunnen kijken. Kom, trek je jurk maar gauw uit. Ik heb geen lust, hier lang bij je te zitten en ik moet er natuurlijk vandaag bij zijn, terwijl je je verkleedt; anders weet je zeker niet, hoe je doen moet."
"Vindt u niet," begon hij, langzaam en zeer gearticuleerd sprekend, alsof hij met een doove sprak, "dat zij," en hij wees naar Elsje, "al goed danst?" "Zij wil gauw leeren, u meent?" "Ja." "Ik hoop zoo," zei Miss Piper lachend. "Zij heeft alleen juist begonnen." "Ja zeker en alle begin is moeielijk," zei de goedhartige dansmeester, "kom jonge dame, nog maar eens op de maat van de viool."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek