Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Hij behield ze in de kerk, terwijl de zeven pastoors om het hooge catafalque de lange, triestige zangen zongen, en terwijl, vóor hem, en op een trage rij, al het zwarte volk ter offerande voorbij slofferde. Hij keek er niet naar. Hij had, over de fluweelen stoelleuning zijn aangezicht gebogen en bleef zoo, onbeweeglijk. Hij zag, van al die opkomende menschen, alleen de verschillige voetenparen.
De straatjongen houdt van rumoer, en allerlei woestheid behaagt hem. Hij verfoeit "de pastoors." Op een dag teekende een dier jonge snaken een grooten neus op de koetspoort van het huis No. 69. "Waarom teekent ge dit op deze deur?" vroeg hem een voorbijganger. De jongen antwoordde: "Er woont een pastoor." Inderdaad, de pauselijke nuntius woonde er.
Geen enkel jongmeisje roofde hem zijn rust: 't was een oudje, dat hem lijden deed, een oudje dat hem concurrentie aandeed in de vroomheid en dat van de pastoors meer geestdriftige loftuitingen en vleitaal verdiend had dan hij in zijn beste dagen had kunnen verwerven.
Dat kon Japi goed: met 't welwillende beschaafde Hollandsche publiek afrekenen, dat niemand duldt die er niet minstens even dom en smakeloos uitziet als zij, en hoont en hardop over je praat alsof niet zelfs op 't kleinste dorp sedert eeuwen dominees en pastoors bezig zijn 't volk op te voeden.
Terwijl klonk almaardoor de zoete gemoedelijke stem van den gevoeligen cello. Stil vaarden ze, en aan 's pastoors hof, die met planten-bekleed-traliewerk van het waterken gescheiden was, hielden ze stil en bleven rechtstaande in het schuitje luisteren. De pastoor zat buiten, onder een bloeiende perelaar. In den donkeren zag men alleen zijn grooten kop en zijn bleeke handen.
"Ze mogen me dwingen schoenen te dragen en mijn leven lang niets anders te drinken dan van die paardenpies, die ze bier noemen, als ik me ooit pilibistiro laat noemen!" zwoer onze boer terwijl hij zijn vuisten balde. "Nou, als ik Don Crisóstomo was, zoo rijk was, en Spaansch kende als hij, en vlug kon eten met mes en lepel zooals hij, dan lachte ik om vijf pastoors bij elkaar!"
"Best te begrijpen!" hervatte het oudje, "nadat hij Padre Dámaso afgeranseld had, bleef hem alleen nog maar Padre Salvi te vermoorden." "Maar je kunt me niet tegenspreken, dat hij een goeie jongen was, toen hij klein was." "Jawel, 't was een goeie jongen," gaf het besje terug, "maar hij is naar Spanje gegaan. Iedereen die naar Spanje gaat, komt als ketter terug, hebben de pastoors gezegd."
Dat hieruit de ergerlijkste misbruiken voortvloeien, spreekt van zelf; maar wie de kudde kent, zal den herder niet al te streng veroordeelen. Indien de bisschop geen waarborg vorderde, alvorens tot de benoeming van pastoors over te gaan, zou hij waarschijnlijk later geen cent ontvangen.
Des anderen daags 's morgens, toen wij in de verte de marschtrommen hoorden, gaf Bethken mij twee boterhammen en twee hardgekookte eieren, welke zij van de meid des pastoors had gekregen: die moest ik, of ik wilde of niet, in mijnen ransel steken. Dan volgde het treurig afscheid; wij drukten elkaar met vochtige oogen de hand, en de goede lieden beloofden, dat zij God voor mij zouden bidden.
"De burgemeester komt, er zullen ook veel pastoors bij 't feest komen, misschien komt de Capitán Generaal want die is in de provincie. Als die heeren zien dat jullie mooi teekenen, dan prijzen ze jullie misschien?" "En geven ze ons dan een schoolbord?" "Wie weet. Maar meneer Ibarra heeft er al een uit Manila besteld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek