Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Zuchtend besloot de pandjesbaas zich deze opoffering te getroosten en haalde uit zijn vest een zeemlederen zakje te voorschijn, waaruit hij zes rijksdaalders en vijf guldens nam en die aan de weduwe overreikte met de woorden: "Daar dan, maar wees er in Gods naam zuinig mee."
De pandjesbaas herstelt zich en antwoordt: "Word maar niet boos, juffrouw; ik schrikte van den jongen, omdat..." Hij voleindigt niet; want met de snelheid des lichts schiet hem nogmaals de gedachte door het hoofd: "Die jongen lijkt als twee druppels water op Krates." "Kom! 'k heb geen uren den tijd; wil je nou 't speldje zien of niet?" "Dadelijk, juffrouw!"
In overleg met dokter Abels had hij besloten den pandjesbaas nogmaals te ontbieden, om hem de papieren van Dorus afhandig te maken. Zedelijk waren zoowel Verhagen als dokter Abels overtuigd, dat Dorus de ware erfgenaam was, maar wettig was het niet te bewijzen, evenmin als het overtuigend bewijs kon geleverd worden, dat de papieren, die Strijkman onder zich had, aan Dorus toebehoorden.
Toen Keesje hen uitliet, kon hij niet nalaten hem toe te voegen: "Dat is je niet meegevallen, ouwe droogstok!" Op straat gekomen, gaf de pandjesbaas zijn hart lucht door een stroom van verwenschingen tegen den procureur en Krates. De weduwe Juttner liep met hem mede, totdat hij, zich nijdig tot haar wendend, vroeg: "En wat moet jij?" "Wat ik moet? Denk je me nu zoo aan mijn lot over te laten?"
Met onverstoorbare kalmte vervolgt Janus: "De pandjesbaas woont in het benedenhuis; het ziet er daar nog al wonderlijk uit; zoo'n echte hurriewinkel een pan, zooals ze hier zeggen van alles door elkaar. Afijn, dat hinderde mij niet: ik maakte een praatje en zei: "Rappeleert u je, dat hier een zekere Makko heeft gewoond?"
't Arme dier schudt en proest voortdurend door 't sterke vocht, en de pandjesbaas ziet met duivelachtige vreugde, hoe de kat eindelijk, onder de kast kruipend, een schuilplaats zoekt. Hij lacht totdat de tranen hem in de roode oogen komen, bukt zich om onder de kast te kijken en roept: "Hè! hè! hè! poes! poes!"
"Nou, ik wil 't royaal behandelen; je zult van elke honderd gulden er twintig hebben." "Och, kom! dacht jij dat? Jongens, jongens! dat's te scheutig, Strijkman, dat neem ik niet aan." "Niet?" vroeg de pandjesbaas verwonderd. "Waarachtig niet, dat doe ik niet." "Wat dacht jij dan, juffrouw?" "We zullen eerlijk deelen, jij de helft en ik de helft, annemekannememeesamen, hoor!" "Hè? Je dolt met me."
Laat naar je kijken!" "Hoe zoo?" "Jij hebt ze, Strijkman," juffrouw Ram maakt de beweging van geld tellen, "en dik ook, dat weet de heele buurt." Met een zijdelingschen, min of meer angstigen blik naar het binnenvertrek antwoordt de pandjesbaas: "Praatjes, allemaal praatjes! 'k Zou misschien wat over kunnen hebben, wanneer ik minder voor de panden gaf; want gewoonlijk ..."
De pandjesbaas kijkt met zijn gluiperige oogen naar den knaap, die zeer ongegeneerd op den rand van het kopieertafeltje is gaan zitten en met beide handen over de voorpanden van zijn buisje strijkt, terwijl hij grinnikt en op eigenaardig doffen toon zegt "Dorus!...Dorus, heet ik... Oome, is 't nou goed?"
Nog voor hij de deur bereikt heeft, komt hem een buurvrouw te gemoet, met de woorden: "O! heere! buurman, wat een geval! Ga gauw ereis mee naar boven; zóó erg heeft hij 't nog nooit gehad ..." "Is 't al weer zóó-laat met Makko?" Strijkman gaat even terug, sluit zijn winkeldeur dicht en staat nu met de vrouw op straat. Beiden zien naar boven. "Is hij erg dronken?" vraagt de pandjesbaas.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek