Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 oktober 2025


LUCIUS. Gun, lieve vader, zoo 'k uw zoon zal heeten, Dat ik mijn broeders van den dood bevrijd. MARCUS. Om onzes vaders, onzer moeder wil, Moge ik mijn broederliefde u thans betoonen! TITUS. Zoo wordt het samen eens; ik spaar mijn hand. LUCIUS. Nu, dan haal ik een bijl. MARCUS. Maar ik gebruik die bijl. TITUS. Kom, Aaron, kom; die twee wil ik bedriegen; Leen mij uw hand, dan geef ik u de mijne.

Maar toen het lied was geëindigd en de koningin zich herinnerde, dat de volgende dag een Vrijdag was, zeide zij bekoorlijk tot allen: Gij weet, edele donna's en gij jongelieden, dat het morgen den dag is gewijd aan het Lijden onzes Heeren en dat wij dien, als ik mij wel herinner, vroom vierden, toen Neifile koningin was, door onze vroolijke vertellingen te staken en hetzelfde zullen wij den nu volgenden rustdag doen.

De Heere niet onzes gelijke, het is zoo, we beleden dat ook vroeger wel, maar toch bleef het bij al ons tegen worstelen, alsof onze persoon en de Heere God wel aan elkaar gewaagd waren. Alsof we eigenlijk toch wel tegen God opkonden. Alsof een mensch, als hij maar wilde, wel tegen God bestand was. Ja, alsof hij het van God den Heere ten slotte nog wel winnen kon.

"Meester Breydel," riep Deconinck, "zo gij de oorzaak onzes ondergangs niet zijn wilt, geef dan ras uw jawoord. Ginds komt de wapenbode der Fransen terug; de tien stonden zijn verlopen." Breydel rees eensklaps uit de diepe bedenking, en antwoordde met droeve toon: "Gij wilt het, Meester? Het moet zo zijn? Welnu geef de stad over..."

Ai, ziet, hoe onze gezamenlijke verknochtheid aan de plaats onzes burgerschaps van een haat sussend en wrok bezwerend vermogen is! In den sterken eik van onzen plaatselijken trots vindt de zachte duive onzer plaatselijke eendracht haar welbeschutte woning. Het is voor 't overige ook zoo begrijpelijk, dat onze geboorte- en woonplaats voor ieder onzer de plaats der plaatsen is op aarde......

Bij de passie onzes Zaligmakers, ik bezweer u, broederen, maakt mijne lippen nat en bevrijdt mij van de dood ..." De Gentenaars hadden het bevel ontvangen om de Vlaamse ridders, die zij vinden konden, dood of levend, naar de legerplaats te dragen; reeds hadden zij bijna de helft der lijken verplaatst en een goed deel van het slagveld overzocht.

Onzes inziens mag kennis van wat er in de loop der eeuwen door de Rooms-Katholieke vaderen dat waren de vaderen, ook van de Protestanten jegens het Joodse volk miszegd en misdaan is, er niet toe leiden dat men zijn ogen sluit voor het goede, geschied tijdens de tweede wereldoorlog.

Van Renesse in een insgelijks reeds genoemd boek, »geen keur gegeven, wij mogen deze banden onzes Gods niet verscheuren en zijne touwen van ons werpenEn met verontwaardiging maakt hij melding van »dat beklaaglijk spreekwoord«: 't geene Venus t'zamen voegt, dat scheid de knuppel. Het spreekwoord luidt ook, o. a. bij Campo Weyerman, den beruchte: »Dat Venus voegt scheidt de knuppel«. En mr.

Hij leest: "Hoogedelgestrenge Heer! "Op uw verzoek meld ik u, dat de goederen onzer parochie Waechtel cum annexis, inderdaad voor het grootste deel bestaan uit een donatie van wijlen den grave Arend Van Armeloo, ter eere geschonken en gelegateerd aan onze Lieve Vrouwe en Heilige Moeder de Kerk, zijnde dit geschied, zooals uit het charter blijkt, "ad pias causus, met vollen consent van zijnen veelbeminden soon Herbert van Armeloo, in den jare onzes Heeren vijftienhonderd en tien, bij zijn vollen kennis en verstande op het grafelijk slot Waechtel."

Hadden zij daarvan een voorgevoel kunnen hebben, elk ander symbool van de verschrikkingen des gewetens zou hun toegeschenen zijn, kleur en toon te missen. Voor het verdeeld gemoed van de kinderen onzes tijds is dat valsch en snerpend geluid hetgeen voor een vroeger geslacht het bazuingeschal geweest is, waarmede de joodsch-christelijke eschatologie het laatste oordeel laat aanvangen.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek