Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Van hun kant gaven ook de twee honden en Joli-Coeur mij op de duidelijkste wijze te kennen, dat zij honger hadden. Capi en Dolce door hun beklaaglijk voorkomen; Joli-Coeur door zijne dwaze sprongen. Zerbino was nog altijd niet terug. Ik riep; ik floot, maar alles tevergeefs; hij verscheen niet; hij had goed ontbeten en rustte nu waarschijnlijk uit onder eene struik. Mijn toestand werd moeielijk.
Theresia, wier dankbaar hart geweldig in opstand kwam bij de overtuiging, dat de beschermer harer ouders, dat haar edelmoedige weldoener het slachtoffer van een beklaaglijk dwaalbegrip ging worden, verhief het hoofd en zeide met zekere stoutheid: "Maar oom, verontschuldig mij en laat mij toe, u te zeggen wat ik de waarheid meen te zijn.
"Sterven is het lot aller menschen; de dood van mijnheer Reimond, hoe beklaaglijk ook, zal toch een zeer zachte dood zijn." "Maar, eerwaarde," riep de maagd, "mijn oom gaat sterven zonder ware ziekte, en omdat hij zich verbeeldt, dat zijn einde is gekomen? Heeft de ongelukkige dan geene vrienden gevonden, om die dwaling zijns geestes te bevechten en te overwinnen?"
De priesters bogen het hoofd en baden ongetwijfeld; maar hunne lippen verroerden niet, en geen het minste geprevel stoorde de doodsche stilte. "Het is deerniswaardig en beklaaglijk", zeide kanunnik Ludgard tot den proost, "dat wij den armen vorst zoo moeten begraven, zonder de minste plechtigheid, als een verlaten mensch of als een dier!"
Robrecht Sneloghe had nog meer dan eens, wanneer hij zich alleen binnen den toren bevond, tranen gestort over het beklaaglijk einde zijner zuster en ongetwijfeld tevens over het schrikkelijk lot dat zijne verloofde te wachten stond.
Haar fijn gelaat droeg al de kenmerken van gezondheid en van levensvreugd; haar eerbaar gedrag en blijde inborst deden haar van iedereen beminnen; en daar zij zeer arbeidzaam was en dus eenen schoonen stuiver won, achtte zij zich met recht onder de gelukkigsten der aarde. Een ongeloofelijk voorval kwam eensklaps van dit jeugdig en vroolijk meisje een beklaaglijk en rampzalig schepsel maken.
Van Renesse in een insgelijks reeds genoemd boek, »geen keur gegeven, wij mogen deze banden onzes Gods niet verscheuren en zijne touwen van ons werpen.« En met verontwaardiging maakt hij melding van »dat beklaaglijk spreekwoord«: 't geene Venus t'zamen voegt, dat scheid de knuppel. Het spreekwoord luidt ook, o. a. bij Campo Weyerman, den beruchte: »Dat Venus voegt scheidt de knuppel«. En mr.
"Beklaaglijk was 't gezicht, ja, Goden-zelv' beweenbaar, Dier schoonheid, die 't volmaakte, aan 't stertlijke onvereenbaar, Aan dier- en plantaard huwde, en Godlijk samensmolt, Als watervloeibaarheid tot diamant gestold. ô Eva, kunstgewrocht der Godheid, voor wier oogen Gods Englen, als voor God, vernietigd nederbogen, En sluiers zochten om dien gloed te wederstaan Die uitstroomde uit uw schoon! hoe greep u 't jammer aan!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek