United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik speelde maar altijd voort en Zerbino en Dolce bleven dansen. Misschien zou er eindelijk wel iemand naar ons komen kijken en als er een was, zou wel een tweede volgen en dan tien en daarna twintig. Maar of ik al speelde en Zerbino en Dolce al dansten, de menschen bleven waar zij waren en keken zelfs niet naar de plek waar wij stonden. Het was om wanhopend te worden.

Van hun kant gaven ook de twee honden en Joli-Coeur mij op de duidelijkste wijze te kennen, dat zij honger hadden. Capi en Dolce door hun beklaaglijk voorkomen; Joli-Coeur door zijne dwaze sprongen. Zerbino was nog altijd niet terug. Ik riep; ik floot, maar alles tevergeefs; hij verscheen niet; hij had goed ontbeten en rustte nu waarschijnlijk uit onder eene struik. Mijn toestand werd moeielijk.

Hij gaf mij toen nog eenigen raad, hoe ik mij te gedragen had en eindigde zijn brief met een hartelijk woord, terwijl hij mij verzocht Capi, Joli-Coeur, Dolce en Zerbino eens voor hem te liefkoozen.

Zij sprongen op Vitalis toe en dezen zag ik eensklaps voor mij in zijn bekend gewaad. Capi was reeds in zijn armen gesprongen en Zerbino en Dolce klauterden tegen zijn beenen op. Ik ging thans op mijn beurt naar hem toe, en toen Vitalis Capi op den grond had gezet, drukte hij mij in zijn armen. Dit deed hij voor de eerste maal en hij prevelde herhaaldelijk: Buon di, povero caro!

Toen ik aan mijn meester vroeg of hij dacht, dat de wolven ook den aap hadden medegenomen, antwoordde hij: Neen, de wolven hebben niet in de hut durven komen; ik geloof wel dat zij Zerbino en Dolce hebben aangevallen, toen deze buiten waren, maar hierbinnen zijn zij niet geweest.

Laat de dief zich verwijderen, zeide Vitalis op bevelenden toon, en in een hoek gaan liggen; hij gaat zonder eten naar bed. Zerbino verliet terstond zijn plaats en kroop in den hoek, dien zijn meester hem aanwees; hij ging onder een hoop stroo liggen en wij zagen hem niet meer, maar hoorden hem telkens zacht kreunen.

Van daar hadden wij nog slechts eene vlakte door te trekken om aan den heuvel te komen, aan welks voet het dorpje Chavanon ligt. Toen ik de straat doorging van het dorp, juist vóór het huis, waar Zerbino een korst brood had gestolen, kwam er eene gedachte bij mij op, die ik terstond aan Mattia mededeelde.

Bij nader inzien was ik blij, dat men de comedie niet verlangd had, want ik zou vrij wat moeite hebben gehad om ze behoorlijk van stapel te doen loopen, vooreerst omdat Zerbino er niet was en ook omdat ik de costumes miste en hetgeen er verder bijhoorde. Ik nam dus mijne harp en begon een wals te spelen.

Inplaats van den tak weer op het vuur te werpen, toen die vlam had gevat, hield hij hem in de hand. Wij zullen eens gaan zien, zeide hij; blijf achter me. Vooruit Capi! Op het oogenblik, dat wij de deur wilden uitgaan, hoorden wij een luid gebrul en Capi drong zich verschrikt tusschen onze beenen terug. Het zijn wolven. Waar zijn Zerbino en Dolce? Op die vraag kon ik geen antwoord geven.

Daar de tijd voorbijging en Zerbino niet kwam, zond ik Capi er nogmaals op uit om zijn kameraad te halen, maar na verloop van een halfuur kwam hij weder alleen terug en deed mij begrijpen, dat hij hem niet gevonden had. Wat nu te doen? Hoewel Zerbino straf verdiende en ons door zijn schuld in een alleronaangenaamsten toestand had gebracht, kon ik het niet over mij verkrijgen om hem te verlaten.