Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Toen zette hij zich weder op zijne oude plaats bij het vuur en na een nieuwen wenk met den kop aan Dolce en Zerbino, ging hij languit liggen, en slaakte een zucht van berusting. Er is niets meer; dus behoeven we ook niet te vragen. Dit gaf hij zoo duidelijk te kennen, alsof hij het met zoovele woorden zeide.
Daartoe had ik den moed niet; ik was niet in eene stemming om anderen te kwellen: ik had al genoeg aan mijn eigen verdriet. Daar Capi niet in zijne taak geslaagd was, bleef mij niets anders over dan af te wachten of Zerbino ook terug zou willen komen.
Houd dan de koe eens vast, maar laat ze vooral niet los; ik ga in dien kruidenierswinkel wat bloem en boter koopen. Wat de eieren betreft, als vrouw Barberin ze niet heeft, zal ze die wel leenen; wij zouden ze maar breken onderweg. Ik trad den winkel binnen, waar Zerbino zijn korst brood gestolen had en kocht een pond boter en twee kop meel. Toen zetten wij de reis voort.
Ik ben in Parijs bekend, waar ik verscheidene malen gewoond heb, en van waar ik kwam, toen ik uw dorp bezocht; ik behoef slechts om een les te vragen, dan krijg ik er meer dan ik er geven kan. Wij kunnen dan elk op ons eigen leven. Terwijl ik les geef, kan ik tevens een paar andere honden dresseeren, die Zerbino en Dolce zullen moeten vervangen.
Maar hij vatte mij bij de hand en liep den weg op. Nu zijt gij uitgerust en kunnen we dus verder gaan. Ik wilde mij losrukken, maar hij hield mij stevig vast. Capi! zeide hij, Zerbino! en de beide honden omringden mij. Capi achter mij, Zerbino vooruit. Ik moest Vitalis dus wel volgen. Toen wij eenige schreden gedaan hadden, wendde ik het hoofd om.
Het was al wel, dat wij vuur hadden. Wij zaten bij den haard, mijn meester en ik, zonder een woord te spreken en wij bleven daar onbeweeglijk zitten, starende in de vlammen. Wij hadden ook geen woorden noodig, wij behoefden elkander zelfs niet aan te zien om te zeggen wat er in ons hart omging. Arme Zerbino! Arme Dolce! Arme vrienden!
Wij volgden die; zij liepen om de hut, maar een weinig verder kwamen wij bij eene plek, waar wij, ondanks de duisternis, konden zien, dat zich dieren daarin hadden gewenteld. Zoek! zoek! Capi! sprak mijn meester, en tegelijk floot hij om Zerbino en Dolce te roepen.
Opeens, te midden van een der kunstverrichtingen, zag ik Zerbino uit het kreupelhout te voorschijn komen, en toen zijne kameraden in zijne nabijheid waren, nam bij te midden van hen plaats en vervulde zijne rol. Terwijl ik speelde en op mijn troepje lette, wierp ik nu en dan een blik naar den knaap, die zonderling genoeg, hoewel hij veel vermaak schepte in de vertooning, zich niet verroerde.
Capi, die wit was, had een rooden doek; Zerbino, zwart van haar, een witten; de grijze Dolce was met een blauwen lap getooid. Het waren muilbanden die voor het tooneel waren bestemd en ongetwijfeld had Vitalis de honden zoo uitgedost, om den agent een poets te spelen. Het publiek was terstond uiteen gegaan; eenige toeschouwers waren nog blijven staan om het gebeurde met elkaar te bepraten.
Hoewel hieromtrent gerustgesteld, kon ik toch niet zoo dadelijk op mijn matras van dennenaalden inslapen bij Joli-Coeur, die in mijn jas gewikkeld naast mij lag, Zerbino en Dolce aan mijn voeten. Mijne bezorgdheid was nog grooter dan mijne vermoeienis. Deze eerste dag van mijn reis was slecht geweest: wat zou de dag van morgen opleveren?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek