Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
De zonnestraal, die noesch door de reten van de witte gordijn was binnengedrongen, bleef nog een wijlken langs de sporten van Johannes' leegen stoel lanterfanten en duisterde geleidelijk weg. Zoo leuterde de jonge Lente. Andermaal was de nanoen overheerlijk. Ze besloten dan dat ze de stad zouden verlaten en vermeien in de opgroenende velden aan den rand van het aloude Zeuniërwoud.
In een hoek kwam een straal noesch leuterlichten over de randen van een bundel pauwpluimen, sierlijk zich opendoende uit een groene vaas, heel lang en wonderbaar beklaterd met gele en oranje vlekken. Hooger op, waar 't al diepe duisterde, blonk bij plekken 't geschitter van oude wapens.
't Was alsof ze getweeën kreeftsgewijs doorgingen, allebei noesch weg. De dame deed den heer af en toe stilblijven voor een modewinkel, en de heer haperde gewillig vóor de uitstalling van een boekhandelaar. Ze zeiden maar luttele woorden. Dat zijn brave getrouwde menschen, sprak Ameye. Zoo verschillend van meeningen toch? Ze geven malkander toe. Ze zijn redelijk. Zie!
Zij zijn de zonderlingste speelkens van onzen geest. Wij gebruiken ze gaarne, om er, in de naakte waarheid, niet al te mizerabel uit te zien. Wel! wel! en zijt ge ongelukkig? Henriëtte keerde zich noesch om op haar stoel, wierp hare laatste kaarten neer en, nadat ze hare beenen over elkaar had gekruist, omvatte met beide handen haar opstekende knie.
Lager, afzakkend noesch neerwaarts, schaduwden de donkergroene sparrebosschen gelijk tapijten, die het warme leven, dat daar begon, vóor het nederzinken zouden beschutten tegen den sneeuwkouden dood, dewelke, ginder boven, in zijne almacht en zijne majesteit troonde. Krassende kraaien waggelden in het groote licht. Het licht zong.
En als de examentijd er komt, weten de kinderen zoo vreeslijk van dat folterend surmenage.... Lust gij nog een beetje spruitjes of wat vleesch, mijnheer Wilder? Wel ja wel ja.... Alfred zette zich te blozen, omdat moeder hem met dat woord "kinderen" zoo kleineeren wou. Hij zag noesch op naar Goedele en onderzocht op haar kalm gelaat, of zij 't beluisterd had.
Francine, het dichtst bij 't krakende vuur, waartegen haar parelgrijs kleed teer opleefde, verkeerde in een staat van volkomen zinnelijke onwetendheid. Zij had geen klaar besef van wat er in haar gebeurde. Het gesprek, waaraan zij met zwevende woorden meedeed, ruischte over haar hoofd gelijk een zang van aeolische harpen. Rupert zat noesch achter haar.
Lamme en Uilenspiegel gingen dicht tegen het Schepenhuis, rechtover hetwelk Klaas verbrand werd; Uilenspiegel's lippen beefden heviger, doch hij weende niet meer. Toen hij noesch over het huis kwam van Klaas, dat nu bewoond was door een meester-koolbrander, ging hij er binnen, zeggende: Herkent gij mij? Hier wil ik rusten.
Harten hoog, vuisten vast. Weg met den Tienden Penning, weg met snood pardoen. Slaat op de krijgstrom. Slaat op de trom. ... Ja, spitsbroeders en vrienden, ja, te Antwerpen, noesch over het Schepenhuis, hebben zij een groot schavot opgericht, dat met rood laken bekleed is; de hertog troont er op als een koning te midden van staffieren en soldeniers.
De droomende treurnisse, die gansch het beeld omlichtte, die 't kenbaar miek voor haar, Goedele, de gedoken oorzaak van de treurnisse zelve 't was allemaal een laaie openbaring. Hare lippen beefden en rappe stralen fonkelden noesch weg uit hare oogen. Hij zei, voelend dat haar niets te verbergen meer overbleef: Mijne vrouw. Ze ontving zonder wijken de harde bekentenis.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek