Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
De zonnestraal, die noesch door de reten van de witte gordijn was binnengedrongen, bleef nog een wijlken langs de sporten van Johannes' leegen stoel lanterfanten en duisterde geleidelijk weg. Zoo leuterde de jonge Lente. Andermaal was de nanoen overheerlijk. Ze besloten dan dat ze de stad zouden verlaten en vermeien in de opgroenende velden aan den rand van het aloude Zeuniërwoud.
De witte dampende chocoladepot, het honingvaatje, het bordje met beschuiten, het broze tasje en 't zilverwerk, 't leuterde er fraai te midden, onder de volle straling der zon. Terwijl Mariëtte zwijgend om de kamer ijverde en alles nog te pas schikte voor verder gebruik, schoof Francine een lagen stoel bij tafel, wierp er een licht kussen op en zette zich te ontbijten.
O! weerlegde ze rap, kijk rond: overal is er Lente! Inderdaad. Het was een schoone lente-namiddag. Een lichte gordijn bedekte met een bleek-blauwe verf de hooge vensterruiten; maar de zon, die daarachter leuterde, vond aan de zijkanten ruimte genoeg om met schuinsche stralen binnen te schieten.
Evenmin zijt gij 't alleen die weet wat het is slecht te zijn, Ook ik wist, wat het is slecht te zijn, Ook ik verwarde mij in den eeuwigen knoop van tegenstrijdigheid, Leuterde, gevoelde schaamte, berouw, wangunst, ik loog en stal, Was valsch, toornig, geil, had begeerten die ik zelfs niet durfde uitspreken, Was grillig, ijdel, gulzig, bekrompen, sluw, lafhartig, boosaardig, De wolf, de slang, het zwijn leefden in mij, De steelsche blik, het ijdele woord, de overspelige wensch leefde in mij, Weigering, haat, uitstel, laagheid, luiheid, dit alles ontbrak mij niet, Ik was een met de anderen, was een met het leven en de gebeurlijkheid van anderen, Ik werd bij mijn streelnaam toegeroepen door heldere, luide stemmen van jonge mannen als zij mij zagen naderen of voorbijgaan, Voelde hun arm om mijn nek als ik stond, of het achteloos leunen van hun lichaam tegen het mijne als ik zat, Zag velen die ik liefhad in de straten of op de veerbooten of in openbare bijeenkomsten en sprak hun toch met geen woord van die liefde, Leefde hetzelfde leven der anderen, hetzelfde oude, lachende, knagende, slapende leven, Speelde de rol die altijd den speler of de speelster zal blijven nastaren, Altijd dezelfde oude rol, de rol die is wat wij er van maken, zoo groot als wij wenschen, Of zoo klein als wij wenschen, of beiden groot en klein tegelijk.
Johannes blikte bijwijlen zijlings naar haar, en als hij hare oogen taakte, lachte hij stille. Ze voelde echter, al leuterde dan seffens een versche rustigheid in haar, dat hij zijn wezen tot een vriendelijk masker dwong. En seffens vreesde zij 't ergste. Ze wist niet wat het ergste kon zijn. Holderdebolder wirrelden hare angsten door mekaar, kleine en groote.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek