Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Van beneden rezen, ik weet niet van waar, groote boomen omhoog, welker donkere silhouetten zich scherp afteekenden tegen het zoo vage beeld van het nachtelijk La Valette.

Zij raakte den steen niet aan, vluchtte zonder om te zien, vlood het huis in en sloot dadelijk de glazen deur aan de stoep met luik, grendel en keten. Toen vroeg zij aan vrouw Toussaint: "Is mijn vader te huis gekomen?" "Nog niet, mejuffrouw." Men veroorlove ons er niet op terug te komen. Jean Valjean, een denker en nachtelijk wandelaar, kwam vaak 's avonds zeer laat te huis.

Er volgde een pauze. Cesar, die zich achter Frits Jansen had neergevleid in het gras, schuurde den ruigen kop tegen den schouder van zijn jongen baas, en de kreet van een voorbijtrekkenden nachtvogel werd gehoord. In wonderbaren glans strekte, bij het licht der sterren, het nachtelijk landschap zich uit, en hoog aan den hemel beschreef een verschietende ster haar schitterende baan.

De man rilde van schrik en zag op. "Honderd francs," hernam Jean Valjean, "zoo ge mij voor dezen nacht huisvesting geeft." De maan verlichtte Valjeans ontsteld gelaat. "Mijn Hemel! zijt gij 't, mijnheer Madeleine?" zei de man. Bij dezen naam, aldus, in dit nachtelijk uur, op deze onbekende plek, door dezen onbekenden man uitgesproken, deinsde Jean Valjean terug.

Het was den 6den van Sprokkelmaand in het jaar 1608, dertien jaren dus na het in de vorige bladzijden vermelde nachtelijk avontuur, dat het vorstelijk 's-Gravenhage een feestelijk aanzien had. Vlaggen wapperden van de meeste gebouwen, drukte en gewoel heerschte alom op straten en pleinen, rijtuigen en wagens, menschen te voet en te paard verdrongen elkander en joelden in bonte kleuren dooreen.

Dof dreunde het voertuig over de eikenhouten planken; een wederzijdsch: "Vaarwel," werd gewisseld, de portier haalde de klep der brug naar boven, en de hand voor het schijnsel der lantaarn houdende, zag hij de witte huif der kar langzaam in het nachtelijk duister verdwijnen.

Ofschoon het nachtelijk donker slechts spaarzaam door het vuur in de pekpannen werd verlicht, was het hem een oogenblik geweest alsof hij in het heldere daglicht in den bloeienden tuin van zijn paleis stond, en als had Barine, toen hij het loon voor zijn dapper optreden van haar verlangde, hem innig bewogen aan haar borst gedrukt en hij haar hartstochtelijk de betraande oogen gekust.

Onderwege hief hij de oogen op; hij zag Klaas, zijn vader, in glorie naast God in den hemel, in denwelken de heldere maan glom, en vervolgens zag hij naar de zee en de wolken, en hoorde hij den loeienden wind, die uit Engeland blies. Laas! sprak hij, zwarte wolken, die voorbijrennen in het nachtelijk duister, weest als de Wrake die den Moord achternazet.

Dat jongske is het arme fabriekskind, het kind van Zwarte; het knaapje, dat door de macht van het geld werd gered uit zijn ellendigen staat, en opgevoed en onderwezen zal worden, om mensch te zijn, waarachtig mensch! 't Is wel jammer dat zulk een kunstlicht zoo spoedig voorbijgaat. Het schoone tafreel is verdwenen. Wij staan in het duister, in 't nachtelijk zwart.

Hij was tegen haar wel wat koeler geworden, maar niet meer dan of hij slechts een kleine grief tegen haar had wegens gebrek aan vertrouwen harerzijds bij gelegenheid van hun toenmalig nachtelijk gesprek; zijn gedachte was ongeveer: "Gij wilt tegenover mij niet openhartig zijn, des te erger voor u; al zoudt ge mij nu er ook om smeeken, nu zou ik niet rechtuit spreken!"

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek