Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


"Zeg, man, wie was die vioolspeler?" vroeg een heer, die in een mooie koets zat en ook stil had laten houden. "Dat was de beroemde vioolspeler Frans Jacobsen, mylord!" antwoordde de blinde. "Die viool moet ik voor een gedachtenis hebben.

"Aan hen, die ons het naast zijn, kunnen wij het mededeelen: dan weten die ten minste hoe de zaken geschapen staan. Wilt gij, mylord! u daarmede belasten, ga dan naar beneden en vertel het hun; maar zij moeten het niemand oververtellen. Ik zal hier de vagebonden verder in het oog houden, en dan naargelang van omstandigheden mijn maatregelen nemen."

"Ik had nooit gedacht dat Mylord een duellist was," antwoordde ik. "Dat was hij ook niet; maar zijne eer was er mede gemoeid, dat hij de beleediging van dien kapitein niet ongestraft liet. Het was een vriend van zijne vrouw, en die vriendschap ging wel wat ver. William zou eigenlijk beter gedaan hebben, zoo hij de Lady den dood had gegeven.

Dit wist ik, dat het sein was om het op eene andere wijze nog eens over te zeggen. »Ik merkte op, mylord, dat het onder uwe vrienden in Engeland veel bevreemding zoude wekken, dat iemand van zoo hooge afkomst als u, zijn leger in eene schuur, ging opslaan. »He?" zeide zijne lordschap. Dat gaat niet, dacht ik bij mijzelf: òf uwe lordschap, òf ikzelf, een van beiden zijn wij erg onbegrijpelijk.

"Wel dicht en droevig moeten die nevelen zijn, Mylord!" riep ik uit, evenzeer verbaasd als geërgerd over den toon van hooghartige rust, dien hij aannam bij zijne toespraak.

De eerste stiet eene verwensching uit, die mij gold, want hij schreef alles toe aan mijne onbeteugelde drift; de laatste wilde den gewonde hulp bieden, die hem afwees. "Het is niets, mijne heeren, volstrekt niets," sprak Mylord, terwijl hij mij met de eene hand oprichtte, en met de andere zijn zakdoek tegen de borst hield.

»Zeker de Maecenas van mijn kunstbroeder," sprak deze nogmaals met eene lichte hoofdbuiging, »enchanté, mylord!" »Doe u zelven geen geweld aan, master Pierrotain-Cham," sprak Sir Reginald opstaande, »ik zal mij verwijderen, ik verlang geen fâcheux troisième te zijn, en ik heb begrepen, dat ik in mijne kwaliteit van Engelsch edelman het ongeluk heb gehad uwe antipathie op te wekken, sans rancune.

"Wilt gij dat wedden? Dat is heerlijk! Dus, dat beweert gij? Dan beweer ik het tegenovergestelde; en wij wedden om vijf dollars, of om tien. Of wilt gij om nog meer, ik ben dadelijk uw man!" "Dank u, mylord! Wat ik daar zeide van wedden, was maar bij wijze van spreken. Ik moet u nogmaals zeggen: wedden doe ik nooit. Behoud uw geld! Gij zult het wel anders kunnen gebruiken.

"Mijnheer de logementhouder," hernam Phileas Fogg koel, "zweer niet, maar herinner u slechts dit: vroeger werden de katten in Indië als heilige dieren beschouwd. Dat was een goede tijd." "Voor de katten, mylord?" "En ook voor de reizigers." Toen Fogg deze opmerking gemaakt had, vervolgde hij rustig zijn diner.

Lord William had mij voor iedere deugd kunnen vormen, met alle menschen kunnen verzoenen, als hij maar gewild had. Hij had mij teruggestooten, hij had mij alleen zijne deernis geschonken, die ik niet had gevraagd. Van nu aan was ik voor allen en voor alles onverschillig geworden en luisterde voortaan slechts naar mijne eigene invallen!" "Maar de reis van Mylord kon toch niet doorgaan?"

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek