Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
»Kom! er uit, gij luie drommel," riep mijn commandant. »Denkt gij den geheelen dag te blijven slapen? Wij hebben werk genoeg voor den boeg." »Ja, ja, mylord," zeide ik, vloog overeind en maakte in denzelfden korten tijd en op dezelfde manier als een Newfoundlandsche hond mijn toilet, n.l. door mij eens hartelijk te schudden.
"Ik begrijp wel dat gij zeer ontstemd zijt en dat het mij geldt; maar ik kan niet nagaan uit welke oorzaak." "Dat is mijne schuld niet. Met een weinig nadenken zou Mylord toch licht die reden kunnen uitvinden. Hij weet, hoezeer ik aan openhartigheid hecht...." "Dat is prijselijk; en nu verder?"
Eenige minuten nadat Baptist zich verwijderd had om de orders van »Mylord" te volbrengen, kwam de knecht, die »alleen voor de tafel" was, in eigen persoon met zijn servet over den arm en zijne witte handschoenen aan, de champagne brengen en ontkurken. »Is ons kaartje aan den schilder gebracht?" vroeg Wilkinson.
Dat de bus aan de deur te klein was en dat Mylord zijn hoed moest ophouden ook, was een meevallertje. Blinde John behoefde nu zelfs niet meer naar een gesticht te gaan. Dat er ook dien avond vier Hollanders in Londen gelukkig waren, zul je vanzelf wel begrijpen. En hier is mijn vertelling uit, kinderen!
Daar is te veel bitterheid in uwe vraag, dan dat zij uit belangstelling kan voortkomen, en belangstelling alleen heeft hier recht op een antwoord." "Belangstelling, Mylord!" barstte ik uit, "dat is wel het zwakste woord, dat er tusschen u en mij kan gesproken worden; gij weet wel, gij moest het ten minste weten, al veinst gij bevreemding, dat het hier voor mij eene levensvraag geldt!"
Do opgewondenheid van het paard had zich aan hem medegedeeld; hij voelde het bloed naar het hart stroomen en had wel als het paard willen trappelen en luide zijn geestdrift te kennen geven. "Nu, ik vestig op haar al mijn hoop," zeide hij tot den Engelschman. "Alzoo om half zeven op het terrein." "Alles zal in orde zijn," antwoordde deze. "Maar waar rijdt u nu heen, mylord?"
Werd er halt gehouden of gekampeerd, altijd vormde er zich een kring van jonge soldaten om Tschikine: hij speelde kaart met hen, of vertelde hun een verhaal van den slimmen soldaat en den Engelschen mylord, of wel hij bootste een Tartaar of een Duitscher na, of hij maakte eenvoudig opmerkingen zóó koddig, dat iedereen zich half dood lachte.
Wat zegt gij daarvan, oude uncle?" De laadstok-stijve uncle spreidde zijn beide armen uit, sloot in geestvervoering zijn oogen dicht, en riep: "Ik ben één van de vier! En ik zeg 't zonder snoeven, Ik rij mee met plezier Naar het bivak der boeven; En wij halen als buit, De vier broeders er uit!" "Mooi zoo! en gij, mylord?"
»Zeer goed, mylord!" zeide ik uit kracht van gewoonte. »Ik verzoek uwe lordschap om verschooning: ik bedoelde »heel wel."" »Ik kan dat jongmensch niet best zetten," zeide zijn lordschap tegen zijn trawant, die het halfdek heen en weer achter hem aan wandelde, als een schoothondje. Ik hoorde het antwoord niet, doch het was weer eene echo natuurlijk.
Op de gezichten der twee jagers lag de uitdrukking van de hoogste verbazing, ja van bewondering. De vogel was geraakt, en goed ook, want hij viel met toenemende snelheid in een telkens enger kronkelende slakkenlijn naar beneden. "Wonderful!" riep Humply vol geestdrift uit. "Als dat geen toeval is, mylord!...." Eensklaps zweeg hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek