Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


De ingenieur bracht hem tot bedaren; daarna, op ernstiger toon zich tot sir Edward Munro wendende, zeide hij: »Edward, als ik een rollend huis ter uwer beschikking stel, als ik over een maand, zoodra het seizoen er geschikt toe is, je kom zeggen: Daar is je kamer, die zich zal verplaatsen en gaan zal waarheen je wilt, daar zijn je vrienden, Maucler, kapitein Hod en ik, die niets liever willen dan je vergezellen op een tocht door het noorden van Indië, zal je me dan antwoorden: Laten we vertrekken, Banks, laten we vertrekken, en dat de God der reizigers ons bescherme!"

Doch terzelfder tijd was Nana Sahib met de gedachte vervuld aan het gelukkige toeval, dat hem Munro in handen zou leveren. De kolonel had eindelijk Calcutta verlaten, alwaar het moeielijk was hem te bereiken. Voortaan zou geen enkele zijner bewegingen den nabob ontgaan.

»Jawel," antwoordde Banks, »door onze electrische vuren te ontsteken, die een groot lichtvermogen bezitten en van zeer ver gezien worden. 'k Ga den stroom stellen." »Uitmuntend idée, Banks." »Wilt u dat ik er op uit ga om kapitein Hod op te zoeken?" vroeg de sergeant. »Neen, mijn oude Neil," antwoordde kolonel Munro, »je zoudt hem toch niet vinden en ook verdwalen."

Doch inplaats naar hunne bergen, te midden hunner voorvaderlijke klans terug te keeren, waren zij in Indië gebleven en woonden zij te Calcutta, in een soort van afzondering, waarvoor redenen bestonden. Voor dat Banks mij aan kolonel Munro voorstelde, gaf hij mij onder vier oogen de volgende aanbeveling: »Spreek niet over den opstand der Sipayers, en noem vooral nooit den naam van Nana Sahib!"

Inderdaad, de afkondiging is den 6n Maart gedateerd en sedert dat tijdstip heeft niets de tijding van de verschijning des nabobs bevestigd." Kolonel Munro gaf niet dadelijk antwoord op de opmerking van den ingenieur. Hij wierp nog een laatsten blik op den weg en zeide toen: »Mijne vrienden, 'k zal trachten te vernemen wat er van de zaak is.

Laurence is dood, Barnard is dood, Hope is dood, Napier is dood, Hodson is dood, Havelock is dood! Maar eenigen hebben het overleefd! Campbell, Rose leven nog, en onder hen hij, dien ik het meest van allen haat, die kolonel Munro, die afstammeling van den beul, hij, die met eigen hand mijn gezellin, de Rani van Jansi gedood heeft!

Op dit oogenblik wees de manometer een drukking aan van vijf atmosferen, en Storr liet den stoom door de veiligheidskleppen ontsnappen, alsof hij door de huid van het reusachtige dikhuidige dier uitzweette. »We zijn gereed, Munro!" riep Banks. »Vooruit, Banks," antwoordde de kolonel, »maar voorzichtig en laten we niemand verpletteren!" Het was toen bijna dag.

Te midden van den onvoltooiden bouw, onderscheidde men nog overblijfselen van steenen muren, sporen der verdedigingswerken, die door generaal Wheeler waren opgericht. Kolonel Munro bleef langen tijd onbeweeglijk en zwijgend voor deze overblijfselen. In zijne herinnering kwamen de afschuwelijke voorvallen waarvan zij het tooneel geweest waren, levendiger terug.

Doch, behalve dat we een regenachtigen nacht te wachten hadden, zouden kolonel Munro en Banks, ons niet ziende terugkeeren, in groote ongerustheid verkeerd hebben. Kapitein Hod keek met wijd geopende oogen, van links naar rechts en van rechts naar links met de vlugheid van een vogel en liep een tiental passen vooruit, in een richting, die ons nu juist niet dichter bij het Stoomhuis bracht.

Doch Indië, ik zeide het reeds, vereert drie honderd millioen goden, mindere goden, heiligen en halve heiligen van allerlei soorten en het jaar telt zelfs niet genoeg uren, minuten en seconden om ieder dezer godheden de noodige eer te bewijzen. In het kampement teruggekomen, vonden wij er reeds kolonel Munro en Mac Neil.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek