Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Hoe het zij, onder de maaltijden, alsmede in den tijd, die gewoonlijk aan de siesta gewijd wordt, was hij veel levendiger en dikwijls zelfs werd in de uren van de halt, en in de schoone nachten, die het warme seizoen ons nog schonk, het gesprek tot diep in den nacht voortgezet. Wat Mac Neil aangaat, sedert het bezoek aan de put van Cawnpore, scheen hij mij nog somberder toe dan gewoonlijk.
Ik merkte toen op en deed Banks opmerken, dat kolonel Munro er niet zoo zeer meer bedroefd, dan wel meer bezorgd dan gewoonlijk uitzag. Ik meende in zijne blikken een zeker vuur op te merken, dat de tranen er sedert lang moesten hebben uitgedoofd! »Je hebt gelijk," antwoordde Banks mij, »er is iets! wat zou er voorgevallen zijn?" »Als je 't Mac Neil eens vroegt?" zei ik.
't Is nog te kort geleden, dat die vreeselijke gebeurtenissen plaats hadden en ze zijn nog te versch in 't geheugen!" »Waarom zouden we onzen weg dan niet veranderen!" zei ik daarop. »Als ge wilt, Mac Neil, zal ik er met Banks, met kapitein Hod over spreken...."
Banks vroeg den sergeant of er gedurende onze afwezigheid niets nieuws gebeurd was. »Niets," antwoordde Mac Neil. »Heb je geen verdacht persoon zien rondwaren?" »Neen, mijnheer Banks. Hebt u eenige reden te vermoeden..." »We zijn op onzen tocht naar Bénares gespionneerd," antwoordde de ingenieur, »en 'k heb liever niet dat men ons spionneert!" »En wie was die spion?"
Sergeant Mac Neil en Goûmi waren met ziel en lichaam gehecht aan kolonel Munro. Na in al de oorlogen van Indië aan zijne zijde gestreden te hebben, na hem te hebben bijgestaan in zijne vruchtelooze pogingen om Nana Sahib weder te vinden, hadden zij hem in zijne afzondering gevolgd en zouden hem nimmermeer verlaten.
Deze rots herinnert zoowel door haar zonderlingen vorm als door haar warme kleur aan de reusachtige »plumpudding" van steen, die Russell-Killough in zijn reis door Zuid-Indië vermeldt. Van die woning, toegewezen aan den sergeant Mac Neil en zijne metgezellen van het personeel, ziet men slechts de zijde.
Ik kwam toen op het denkbeeld den sergeant te vragen of hij voor zich alle idée van wraak had opgegeven, in een woord, of hij meende dat Nana Sahib werkelijk dood was. »Neen," antwoordde Mac Neil mij onbewimpeld. »Ofschoon ik geen enkel bewijs voor mijne meening heb, geloof ik niet en kan ik niet gelooven, dat Nana Sahib gestorven is zonder gestraft te zijn voor zooveel misdaden! Neen!
»Ja, Mac Neil zal er misschien meer van weten." Dit zeggende verliet de ingenieur het salon en opende de deur van het kamertje van den sergeant. De sergeant was er niet. »Waar is Mac Neil?" vroeg Banks aan Goûmi, die ons aan tafel zou bedienen. »Hij heeft het kampement verlaten," antwoordde Goûmi. »Sedert wanneer?" »Sedert ongeveer een uur en op bevel van kolonel Munro."
Toen de Sipayers vereenigd waren, gelastte men hun de wapenen neder te leggen. Zij weigerden en dadelijk begon er een worsteling tusschen hen en de infanterie van kolonel Neil. Bijna onmiddellijk daarop voegden zich de ongeregelde kavallerie en daarna de sikhs, die zich verraden waanden, bij de opstandelingen.
»Mijnheer Maucler," richtte zich de sergeant Mac Neil tot mij, »dat doet me denken aan de laatste dagen van Maart, toen sir Hugh Rose, met een batterij van slechts 2 stukken, bres trachtte te schieten in de omheining van Lucknow. Er waren zestien dagen verloopen, sedert we de Betwa waren overgestoken en sedert zestien dagen waren de paarden geen enkele maal onttoomd geweest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek