Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


’t Is bij mijn ziel om te stikken,” riep de oude zeekapitein, terwijl hij een lachtraan uit zijn bakkebaard wischte. „Jelui bent allebei groote kinderen, hoor! ’t Is waarachtig alsof er een sterfgeval in de familie is: dáár zitten me nu twee groote menschen met gezichten van een el lang te lamenteeren over een mormeldier, een monster, een schuinsmarscheerder, die ’t verzuipen niet waard is. Ben jelui wel goed frisch, allebei?

"Dat is een verwenscht mormeldier," gromde een der Heeren. "Als de Heer des huizes ook zoo spraakzaam is," fluisterde een ander, "dan zullen wij weinig aan 't woord komen." "St! bedaard, beest! wij zijn goed volk," zeide de bedaardste der vrienden heel goedig. De hond kefte te luider. "Wien heb ik de eer te zien!" vroeg Mijnheer Furchtbach.

LANS. Wel, zij zegt, uw hond was een mormeldier, en laat u weten, dat een hondsche dank goed genoeg is voor zulk een geschenk. PROTEUS. Zij nam den hond toch aan? LANS. Neen, integendeel, hier heb ik hem weer meegebracht. PROTEUS. Wat! heb je dien haar van mij aangeboden?

Hij dringt me zich daar in het gezelschap van drie of vier voorname honden onder de tafel van den hertog, en is me daar, met verlof, nog geen hondenpisje lang, of de geheele zaal ruikt hem. "Naar buiten met den hond!" roept de een; "Wat is dat voor een mormeldier?" zegt de ander; "Ranselt hem de deur uit!" zegt een derde; "Hangt hem op!" zegt de hertog.

"Dan wil ik er ook niet heen. Pst! hier Boppie, kom bij den baas." 't Hondje springt, uit de bedstede en nadert den jongen. "Ba! wat een mormeldier!" "Vind je, baas?" Dorus neemt het hondje op, en terwijl hij het in zijn armen en tegen zijn lippen drukt, zegt hij: "Wij blijven bij mekaar, Boppie!" en hij maakt zich gereed om de deur uit te gaan.

Even zoo leeft ook de prairiehond met duizenden van zijnsgelijken in holen onder de aarde. Op eene uitgestrektheid van verscheiden mijlen ziet men dikwijls hol aan hol en voor elk daarvan een' hond op zijne achterpooten zitten en zich in de zon koesteren. Zij gelijken wel eenigszins een hamster of een mormeldier, hebben geelbruin haar, korte ooren en scherpe, tot graven geschikte tanden.

Jaantje, in de keuken, was daarentegen danig uit haar humeur en beweerde herhaaldelijk tegen de werkster, „dat ’t volk tegenwoordig maar persies deê wat ’t wou, en dat ’t voor een fersoenlijke dienstmeid geen doen was om behalve de gewone druktens nog de akefietjes van zoo’n mormeldier te moeten redderen.”

't Is stil in den tuin, geen windje beweegt de bladeren, en duidelijk verstaat Dorus zelfs de vrij zacht gesproken woorden van Jacob, als hij tot Pieter zegt: "De juffrouw is net zoo gek op dat mormeldier als die jongen met zijn bochel op de juffrouw is." "Wat meen ie, Joacob?" "Wel, heb je nog niet gemerkt, dat hij dol op onze Albertientje is?"

Maar wat ik zeggen wou, als gij toch de rivier oversteekt, zoudt gij Toby wel terug kunnen brengen, want ik geloof niet dat wij hem thans nog noodig zullen hebben." Ik nam het mormeldier mede en bezorgde hem met een halven souverein bij den ouden bontwerker in Pinchin Lane. In Camberwell trof ik Miss Morstan, een weinig vermoeid door het nachtelijk avontuur, doch zeer verlangend naar tijding.

"Gij hebt immers gehoord, dat dit mormeldier louter prairie-hond genoemd wordt, omdat het zulk een keffende stem heeft." "Dat verandert aan de zaak zelf niemendal. Dat maakt het veeleer nog erger. Gebraden mormeldier! Wie zou het in zijn hersens kunnen krijgen er naar te talen! Een mensch is toch tusschenbeide genoodzaakt tot vreemde dingen. Enfin, wij zullen zien."

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek