Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Mijnheer Gillenormand had zijn dochter evenzoo bij zich, als Monseigneur Bienvenu zijn zuster. Zulke huishoudingen van een grijsaard en een oude vrijster zijn niet zeldzaam en vertoonen het aandoenlijk tooneel van twee zwakheden, die elkander steunen.

De drie mannen waren gendarmen; de andere was Jean Valjean. Een brigadier der gendarmerie, die den troep scheen aan te voeren, stond bij de deur. Hij trad binnen en naderde met militairen groet den bisschop. "Monseigneur," zeide hij... Bij dit woord richtte Jean Valjean, die er somber en verslagen uitzag, verbaasd het hoofd op. "Monseigneur!" mompelde hij. "'t Is dus niet de pastoor..."

Als nauwgezet historieschrijver had ik eigenlijk met dien uittocht moeten beginnen, want die is de noodzakelijke inleiding, het voorspel van de zeer vermaarde en onvergelijkelijke klucht, hoewel die oneerbiedige naam kwalijk voegt aan de gedenkwaardige jaarlijksche ontmoeting van Monseigneur Saint-Georges en zijn vijand, den draak van Wasmes.

Om bij monseigneur De Mérode, den minister van oorlog, te komen, moest men tweehonderd trappen opklimmen; de alvermogende staatssecretaris, kardinaal Antonelli, woont niet veel lager. De verdieping onder deze bevat de vertrekken van den heiligen vader zelf, die uit zijne hooge woning over de gekanteelde muren van den Borgo heen ziet.

De hertog wordt boos: Vechy merveilles! zeg mij nu duidelijk, of hij dood is. Toen eerst zegt de bisschop: Ja, waarlijk, monseigneur, hij is werkelijk gestorven". Is er niet in deze zonderlinge wijze van een doodsbericht mee te deelen meer van een ouden, bijgeloovigen vorm dan van een ontzien van een zieke, dien dit aarzelen slechts kon prikkelen?

In vier dagen heb ik slechts vijfentwintig sous uitgegeven, welke ik verdiend heb met het afladen van wagens te Grasse. Wijl ge een geestelijke zijt, zal ik u zeggen, dat wij in het bagno een aalmoezenier hadden. En eenmaal heb ik ook een bisschop gezien. Een Monseigneur, zooals men hem noemt. 't Was de bisschop de la Majore van Marseille. 't Is de pastoor, die boven de pastoors is.

Van de dertig geiten, welke zij hoeden, behoort er hun ééne, zij vervaardigen zeer fraaie wollen koorden van verschillende kleur, en spelen bergliederen op kleine fluiten met zes gaten. 't Is noodig, dat hun van tijd tot tijd van den goeden God wordt gesproken. Wat zouden zij denken van een bisschop die bevreesd is? Wat zouden zij zeggen, zoo ik niet kwam?" "Maar de roovers, Monseigneur?"

"O, monseigneur," zei ik bescheiden, "ik ben niet ontwikkeld genoeg, om critische aanmerkingen te maken en wanneer ik het zou doen, dan ben ik toch overtuigd, dat uw werken mijn censuur zouden trotseeren." De prelaat glimlachte en antwoordde mij niet, maar hij liet duidelijk merken, dat hij met al zijn vroomheid, niet ongestraft schrijver was.

Onmiddellijk begaven wij ons naar het strand; de bisschop ging met ons en voor hem uit de inboorlingen, mannen en vrouwen, die offeranden droegen en in eerbiedige, eenvoudige houding voor hem bogen. De boot, die ver op het land was getrokken, werd te water gelaten, en Monseigneur Lamaze werd op den rug van een der matrozen aan boord gebracht.

Daarna begon hij op kosten van het derde geld te verteren, bereid nòg zoo lang te blijven als dat toereikend was. Terwijl hij ten koste van het derde kleedingstuk bleef, stond Bergamino, terwijl monseigneur Cane middagmaalde, met een vrij misnoegd gezicht voor hem. Toen Cane dit zag, zei hij meer uit spotzucht dan om het genoegen een geestig woord van hem te hooren: "Wat heb je Bergamino?

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek