Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Men zou zich grootelijks vergissen, indien men nu wilde besluiten, dat Monseigneur Bienvenu een "wijsgeerig bisschop," een "patriottisch pastoor was." Zijn ontmoeting met het Conventielid G., welke ontmoeting men schier met het samentreffen van twee planeten kan vergelijken, had een soort van verwondering bij hem achtergelaten, die hem nog zachtmoediger maakte. Dit was alles.
De bisschop was ongeveer drie maanden te D., toen hij op zekeren dag zeide: "'t Is zeker, dat mijn financiën zeer bekrompen zijn." "Dit geloof ik wel," hernam Magloire, "Monseigneur heeft zelfs niet eens de gelden gevorderd, welke het departement hem schuldig is voor zijn equipage en voor de reizen in het bisdom. De vorige bisschoppen ontvingen die altijd."
Zoo de bisschop evenwel een zijner pastoors aan zijn tafel had, maakte Magloire van deze gelegenheid gebruik om voor monseigneur keurige visch uit de meren of fijn wild uit het gebergte op te disschen. Ieder pastoor strekte haar tot voorwendsel voor een goeden maaltijd, en de bisschop liet haar begaan. Gewoonlijk kwam op zijn tafel niet anders dan gekookte groenten en soep met olie.
Niet ik alleen merkte dit op, ook zijn toehoorders fluisterden het elkaar in stilte toe. "Komaan, mijnheer de criticus," zei ik tot mijzelf, "nu moet gij u voorbereiden op uw taak. Ge ziet, dat monseigneur minder wordt en ge moet hem waarschuwen; anders is een van zijn vrienden misschien vrijmoedig genoeg, om u voor te wezen. Ge zult dan geschrapt worden in zijn testament."
Ik heb mij onder een anderen naam verborgen; ik ben rijk geworden, ben maire geworden; ik wilde onder de eerlijke menschen terugkeeren. 't Schijnt, dat dit niet mogelijk is. Vele dingen kan ik u niet zeggen, ik zal u mijn levensloop niet verhalen, eenmaal zal men dien te weten komen. 't Is waar, dat ik Monseigneur den bisschop bestolen heb; 't is ook waar, dat ik den kleinen Gervais heb afgezet.
"Mijnheer de directeur," zeide hij tot hem, "hoeveel zieken hebt ge op dit oogenblik?" "Zes en twintig, Monseigneur." "Zooveel had ik er ook geteld," zei de bisschop. "De bedden," hernam de directeur, "staan zeer dicht op elkander." "Dit heb ik gezien." "De zalen zijn slechts kamers en ze zijn moeilijk van versche lucht te voorzien." "Dat scheen mij ook toe."
Zooveel schijnt evenwel zeker, dat de voerman van den vrachtwagen, die destijds tusschen Grenoble en D. reed, dien nacht, omstreeks drie uren in den morgen, toen hij de straat van het bisdom doorreed, een man in de houding des gebeds, geknield, op de straat in de schaduw, voor de deur van Monseigneur Bienvenu zag.
Monseigneur was eenvoudig een man, die slechts de geheimzinnige vraagstukken uitwendig aanschouwde, zonder ze na te vorschen, zonder zijn geest er door te verontrusten, en die in zijn ziel een diepen eerbied voor het verborgene koesterde. In een der eerste dagen van de maand October 1815, omstreeks een uur vóór zonsondergang, kwam een voetreiziger in de kleine stad D. aan.
"Monseigneur," zei ik, "daar ge weigert om uwe preeken te laten drukken, zou ik althans wenschen, dat ze zóó geschreven waren." "Ik ben over uw schrift tevreden," zei de prelaat, "maar ik geef toe, dat ik wel graag van die hand een copie van mijn werk zou hebben."
Monseigneur Cane, die veel doorzicht had, begreep zonder verdere aanwijzing zeer goed, wat Bergamino bedoelde en zeide glimlachend: "Bergamino, je hebt mij genoeg je schade, je talent en mijn gierigheid doen kennen en, ook wat je van mij begeert en heusch, het is de eerste maal, dat ik een opwelling had van gierigheid, maar ik zal haar met den stok verjagen, dien jij mij hebt gegeven."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek