Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
"Ga maar!" zeide Mom, terwijl hij hem naoogde. "Had ik ooit zulk een uiterste van bloohartigheid bij u vermoed, nooit waart gij mijn vertrouweling geworden. Gij zijt alleen geschikt, om, evenals de laffe jakhals, den leeuw op zijn tocht te vergezellen, hem zijn vijand aan te wijzen, en de brokken na te kauwen, die de koning des wouds wil achterlaten."
"Neen, dat niet," zeide Reede, terwijl zijn kleine oogen van verontwaardiging fonkelden: "hoe komt ge op die gedachte! Hij handelde misschien verkeerd; maar geenszins uit baatzuchtige oogmerken." "Dan kan ik niet inzien, uit welken hoofde zijn gedrag laakbaar was," zeide Mom: "noch zelfs wat zijn oogmerk geweest kan zijn."
Nu! kijk maar niet zwart: zij zijn samen opgebracht: daar steekt geen kwaad in." Mom glimlachte weder; doch deze reis was zijn lach gemaakt, en zich buigende, begaf hij zich naar het slot. Ulrica, de eer en 't leven van deez' boorden. Juffr. Koolaert.
Ik heb hierboven gezegd, dat kunst óók de doorlichter van het mom der dingen is. Ik zou hieraan nu verduidelijkend willen toevoegen, dat kunst het zichtbaar worden der noodwendigheid in 't voorgesteld gebeuren ten gevolge heeft, en dat het blijken dier noodwendigheid de schóónheid van 't voorgesteld gebeuren uitmaakt. Meenden wij van een zeker gebeuren, zoolang kunst dat niet had doorlicht, dat 't op een zedelijken grondslag rustte of die miste zoodra kunst dat wel heeft doorlicht blijkt het te rusten op den grondslag der noodwendigheid, blijkt het dus te bestaan in een sfeer, die buiten-menschelijk-zedelijk is en dus geen menschelijk-zedelijken grondslag daar te kunnen hebben. Te zeggen dus, dat de schoonheid der voorstelling wèl afhankelijk is, in welken tijd ook, van den zedelijken grondslag, d
Wel is waar, de proef, die hij met Mom had genomen, toen hij hem voor het afbeeldsel des Priors bracht, was met glans doorgestaan: doch het was mogelijk, dat de Ambtman minder dan Joan door de gelijkenis getroffen was geweest, of dat hij de schilderij meer gezien had en dus op de vraag voorbereid ware.
"Zoo" riep Mom, voor wien de geschiedenis opeens een belangrijker gedaante verkreeg: dan heeft oom Godard alles ingepalmd." "Zooals gij wel aanmerkt. Mijn vader had zich wel tegen het een en ander kunnen verzetten; doch dit wilde hij uit kinderlijken eerbied niet doen. Hij had bovendien een vrij gegoed meisje getrouwd.
"Wat!" herhaalde de Baron, wiens oogen de beweging van die des Ambtmans gevolgd waren: "versta ik u wel? en is...." Hier zweeg hij, als wilde hij de invulling van den volzin aan Mom overlaten: doch zijn vinger wees zijn pleegzoon aan, die bleek en stijf als een steenen beeld voor de bank bleef staan en de oogen nauwelijks durfde opheffen. "Zoo ik mij niet bedrogen heb, ja!" antwoordde de Ambtman.
"Bewaar ons!" zeide Bleiswyk: "wat heeft Zijn-Edel-Gestrenge het tegenwoordig volhandig!" "Alle duivels!" mompelde Botbergen, en, het oogenblik waarnemende, dat alle blikken op Mom gevestigd waren, sprong hij een venster uit dat openstond, en nam de vlucht. "Gevangen!" riep Mom, die als versteend bleef staan. "Gevangen!" herhaalden al de aanwezigen: "is het mogelijk!"
Hier zag Mom met spijt, hoe een hevige blos het gelaat des jongelings overstroomde. "Nu ik ben recht gelukkig u te zien: gij vindt mij met lijf en ziel tot uw dienst, beschik over mij, zoo dikwijls gij wilt. Ik heb zooveel goeds van u gehoord, dat ik verlang uw vriendschap te verwerven. Sta mij toe, dat ik u omhelze."
"Gij zijt bijster stil vandaag, Ambtman!" zeide Reede: "hapert er wat aan? of smaakt u mijn wijn niet?" "Het gastereeren deugt mij niet," zeide Mom: "ik ben geen man, die voor festijnen geschikt is; en ik wensch gaarne een juist oog te behouden, om den kegel niet mis te raken," voegde hij er glimlachend bij. "Ei! ei!" zeide de Jonker van Scherpenzeel: "dat is geen echt spel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek