Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Mietje Lansbroek heeft toen gezegd, dat ze het al te akelig vond, wanneer menheer Kippelaan zijn hart aan zoo'n halsbrekenden toer zou wagen, en heeft hem toen haar "allerliefsten rug" toegedraaid natuurlijk, volgens Kippelaan, een weinig verlegen over zijn aanzoek en de geestigheid van haar eigen antwoord. 't Was waar ook, hij had zoo iets hooren spreken van een remonstrantsch proponent.
»En lust je die graag?» »Dat zou ik meenen. Jij niet?» »Of ik. Ik zou wel je gast willen wezen, als ik mocht. Dan bleef er voor jou geen pannekoek over, Mie.» »Waarom niet?» vroeg Mietje, die niet vlug genoeg van begrip was om te snappen, wat hij bedoelde. »Omdat ik ze dan allemaal zou opeten!» zei Bob. »Allemaal, hoor; misschien liet ik een halfje over voor jou, omdat ik zooveel van je houd.»
Mietje had eens, onder 't wandlen, Een verholen vogelnestjen In een dorenhaag gevonden. 'k Heb nu, zeize, mijn verlangen: o Hoe zal ik mij vermaken, Met die lieve kleine diertjes! Aanstonds ga ik thuis wat halen, Om dit nestjen in te bergen. Mietje liep en zag haar moeder, Die zij hijgend dit vertelde: Lieve Mietje, zei de moeder, Stoort tog nimmer vogelnestjes!
En dan kwam, na een heel korte pauze, de stem: »Douwerus! Ben je wakker?" Stilte. Mietje luisterde. Ik, ook gewekt, hoorde uit de overliggende bedstede een diep gegrom, als van een leeuw, die uit zijn donkeren slaap, oprijst. Het kwam van Douwerus. Maar Mietje hoorde niets. Daarom nog eens de roffel. Nog eens de pauze. Nog eens dat lieflijke: »Douwerus! Ben je wakker?"
Nog eens de luisterende stilte. »Jáááá!" ronkte Douwerus eindelijk. Maar dit was Mietje niet naar den zin. Op dit ja haar geoefend porsteroor hoorde het wel zou hij weer inslapen. En Mietje begon een gesprek met Douwerus. »Ben je er al ui-ui-uit? 't Is mooi weer, hoor!" »Ja!" riep Douwerus, nu kort en nijdig. Juist, zoo moest ze 't hebben. Nu was haar porstershart gerust.
Rietje, Feelke, Dolfke, Mielke hadden dat alles al lang in de gaten evenals Emeranske, Mietje, Elodie en Pharaïlde, en allen lachten en gekten er om: alleen Fonske merkte daar niets van, of was met andere gedachten bezig.
O, o, wat had hij er op dat oogenblik een spijt van, dat hij Mietje maar niet ongemoeid haars weegs had laten gaan, doch zijn berouw kwam nu, evenals altoos, te laat. En zijne pogingen om de wanden los te trappen, waren vruchteloos. De kaar zat stevig in elkander. »Klaar, Bob! Ha-ha, daar ga-je, hoor! Een, twee, drie, hoepla!»
Jan ging ook achter de tafel staan, en riep zoo hard hij kon: "Heete melk en koude Jan, Steekt er eens op en legt er eens an!" De kinderen moesten er hartelijk om lachen, maar 't gevolg was toch, dat de koeken als 't ware wegvlogen, en dat Mietje telkens een nieuwen voorraad melk moest koken.
Jantje liep geregeld heen en weer van Mietje naar de lade, en van de lade naar Mietje, wier geduld onuitputtelijk bleek. Jantje vond haar erg zoet, dat ze zoo lang blijven wou en dat hij zoo prettig met het busje mocht spelen. Maar eindelijk was de voorraad centen uitgeput, en daarom begon Jantje met de dubbeltjes, die hij in de lade vond.
En zijn eenige paedagogische waarde is, dat ik nu, jaren later, zijn waarschuwend voorbeeld aan mijzelf en anderen kan voorhouden met den raad: Spiegelen we ons er aan! Nu volgt onze lieve Mietje de Porster. Wat hebben die vrouwen toch, dat we haar zoo gauw lief vinden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek