Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 september 2025


"U hebt gelijk," zei Harris, die mede verbaasd scheen, "er kunnen geen giraffen in dit land zijn!" "Maar hoe dan?...." zei Dick Sand. "'k Weet waarlijk niet wat ik er van denken moet!" antwoordde Harris. "Heeft je gezicht je niet bedrogen en zouden die dieren geen struisvogels geweest zijn?" "Struisvogels!" herhaalden Dick Sand en Mevr. Weldon, terwijl zij elkander zeer verwonderd aankeken.

De statuten van Het Tehuis voor Kinderen "Kapitein Alving's Stichting".... Dat is het dus. DOM. MANDERS. Ik heb den titel kapitein gekozen en niet kamerheer. Kapitein staat eenvoudiger. MEVR. ALVING. Ja, ja; net als u goed vindt. DOM. MANDERS. En hier heeft u het spaarbankboekje van het te beleggen kapitaal, dat uitgezet is om de bedrijfskosten van het gesticht te bestrijden.

Maar nu moet je mij eens alles vertellen.... MEVR. LINDE. Neen ... neen ... vertel jij liever. NORA. Neen ... jij moet beginnen. Vandaag wil ik eens niet egoïst zijn. Vandaag wil ik alleen aan jouw omstandigheden denken. Maar één ding moet ik je toch vertellen. Weet je al van het groote geluk dat ons dezer dagen te beurt is gevallen? MEVR. LINDE. Neen. Wat is dat dan?

Neen, neen ... niet slapen! Dat komt gauw genoeg. Ja, je bent toch heusch wel ziek, mijn lieveling. Is mijnheer ziek? Doe de deuren toch dicht! Die doodelijke angst.... MEVR. ALVING. Doe ze dicht, Regine. Mevr. Alving doet haar doek af. Ziezoo, nu kom ik bij je zitten.... OSWALD. Ja, doe dat. En Regine moet ook binnen blijven. Regine moet altijd om me heen zijn.

"Daar, mevrouw Weldon, daar!" zei hij. "Het land dat in 't gezicht geweest is, kan niet anders zijn dan het verloren punt te midden der Stille Zuidzee! 't kan niet anders zijn dan het Paascheiland! Er zijn geen andere eilanden in deze streken!" "En hebben we 't al achter ons?" vroeg Mevr. Weldon. "Ja, loefwaarts van ons!" Mevr.

"Dan zou 't een koperen walvisch moeten zijn," antwoordde kapitein Hull, "want ook ik zie hem in de zon schitteren!" "Hoe het zij, neef Benedict," voegde Mevr. Weldon er bij, "u zult moeten toestemmen dat die walvisch dan toch dood is, want het is zeker dat hij niet de minste beweging maakt."

HILMAR. Och, 't is dat gezanik weer over dien spoorweg. MEVR. RUMMEL. Neen ... maar dat kan toch niet! MEVR. BERNICK. Die arme Karsten, moet hij daar nu nog al meer onaangenaamheden over hebben.... R

Och, mijn eigen lieve jongen,... hij heeft nog wel hart voor zijn moeder! DOM. MANDERS. Dat zou toch ook al te treurig zijn als afwezigheid en zich bezig houden met kunst, zulke natuurlijke gevoelens zou doen uitslijten. MEVR. ALVING. Ja, dat mag u wel zeggen. Maar bij hem is daar waarlijk geen nood voor. 't Zal mij heusch benieuwen of u hem zal herkennen.

Ik ben 't geweest die het geld bijeen heb gescharreld. MEVR. LINDE. Jij? Heel die groote som? NORA. Vier duizend acht honderd kronen. Wat zeg je daarvan? MEVR. LINDE. Maar Nora, hoe heb je d

"Zooals je zegt, Harris." "Arme jongen!" "Nu wachtte ik wel altijd op een gelegenheid, die zich maar niet voordeed, toen de Pelgrim, een walvischvaarder, in de haven van Auckland binnenviel." "Is dat het vaartuig dat op de kust van Angola gestrand is?" "Hetzelfde, Harris, en dat waarop Mevr. Weldon, haar kind en haar neef den overtocht zouden meemaken.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek