Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Op de grens der gewervelde en ongewervelde dieren ontmoet men den Amphyoxus, lancetvischje, "den eerwaardigen amphyoxus", zooals Haeckel hem begroet, die nog meer van de visschen verschilt, dan de visschen van den mensen. Het is een gewerveld dier zonder kop.

Naar den schijn zoudt ge niet zeggen dat het zoo is, maar in werkelijkheid is het zoo: De redeloosheid van het leven en het verdriet van den mensen is mijn geheele aanleiding. Mijn geheele liefde is voor het menschelijk leven, den mensch bezig zien in zijn doen en laten is mijn grootste genot, al brengt het weer tot verdriet.

Wanneer hij bij zijn moeder thuis komt is hij niet uitgepraat over die hemelse wezens die zich ridders noemen en tevergeefs tracht de moeder in haar angst hem aan zijn verstand te brengen dat dit een soort engelen zijn die de mensen dood slaan. Het geeft allemaal niets, als de zoon nu hoort dat zijn vader ook ridder was, wil hij absoluut ook de wereld in en ridder worden.

Tevergeefs zoekt men het spoor der slang op het veld; men gevoelt haar giftige beet, en weet niet langs waar zij tot ons gekomen is. Zo ook werken afgunstige en nijdige mensen in het duister; want zij kennen hun eigen boosheid en schamen zich over hun daden. Hun schichten raken ons in het hart, en wij geloven hen onze vrienden; omdat wij hun zwarte zielen op hun strelend gelaat niet zien kunnen.

Ik theoretiseer dat nu zoo, maar après tout was in mij een sterke, natuurlijke aanleg in die richting om te bereiken wat ik theoretisch omschrijf als bereikt te moeten worden. En ik heb in zeker zin in mijn lyriek practisch bewezen, dat ik dit bereikt heb. Het is mij altijd bewust geweest dat ik wilde bereiken het verband tusschen mensen en mensch, waar de tachtigers van afgedreven zijn.

Deze Zevende druk zal onder uwe oogen niet komen; gij zult dien niet opnemen met dien genoegelijken glimlach, die u zoo eigen was, en waarmede door u elke nieuwe uitgave van dit boekdeel werd ontvangen en begroet. Die oogen zijn voor goed gesloten. Geen mensen zal dat beminlijk gelaat meer zien. Onze boeken, onze personen, onze "vertooningen", onze werkelijkheden het is alles voor u voorbijgegaan.

III. Flanel 's Anderendaags bleek uit de kranten dat de ongelukkige mensen, die men zo gruwelijk vermoord had, helemaal onschuldig geweest waren; het verdachte poeder dat op hen gevonden was zou kamfer geweest zijn, of chloruur, of een van die andere middeltjes tegen de choleraen al die zogenaamd vergiftigden waren, op de meest natuurlijke manier, aan de heersende plaag bezweken. Het volk hier, zoals het volk overal, ontsteekt rap in woede, en kan dan tot gruweldaden verleid worden; maar als datzelfde volk bezadigde stemmen hoort, dan wordt het even snel milder gestemd, en het berouwt hartsgrondig zijn ondaden. Met dat soort stem hebben de kranten hierdirect de dag daarophet volk weten in te tomen en zachter te stemmen. Het mag een triomf van de pers genoemd worden, dat ze in staat bleek het onheil zo snel in te perkenonheil dat de politie met haar COMMUNIQU

De witmensen noemen het een eiland. Jullie zegt voor mijn soort van mensen Malbaar, maar dit is verkeerd. Zover ik kan terugdenken, is de naam van mijn natie Malagasie. Wel, ik was klein, maar ik heb alles goed onthouden. Daar was mijn vader.

De Wereld der Droomen Met toestemming van den Schrijver in het Nederlandsch vertaald onder toezicht van en met een inleiding voorzien DOOR Dr. f 1.90 ingenaaid f 2.40 gebonden Het droomvraagstuk heeft door alle eeuwen heen den mensen belangstelling ingeboezemd.

Ik geef sterk in "Geertje" weer mijn heel persoonlijke illusies De Meesters illusies van vrouwenliefde. Dat is het subjectieve in het boek. En het is voor mijn gevoel het werk van de critiek, uit te maken in hoeverre ik, bij dat subjectieve, zuiver heb weten te houden de teekening van de figuren. Dat laatste is natuurlijk de kunst. Van Deijssel heeft naar aanleiding van "Geertje" geschreven: De Meester is in onze generatie de man die hart in zijn werk legt. Toen mijn vrouw mij vertelde van die dienstmeid toen zei ik dadelijk: Dat mensen voldoet aan de verlangens, die ik als jongen van achttien jaar had van vrouwenliefde. Nu kwam de werkelijkheid vóor mij te staan en gaf mij zoo'n ideale figuur te aanschouwen. Ik had maar te copiëeren maar ik deed het met de vreugde van iemand die heeft gevonden zijn ideaal.... Ik kan u dit misschien nog duidelijker maken door u te zeggen, dat mijn lievelings-auteurs ook menschen waren die als het ware geestelijk werkten. Vòor mijn vijftiende jaar al Multatuli, en daarna nog veel meer Rousseau. Dat zijn geen zuivere vertellers en geen zuivere schoonheidsmenschen. Dat zijn menschen die steeds hun inzicht in het leven geven. Daarna ben ik komen te lezen pessimistische literatuur, die aan mijn levensinzicht beantwoordde. Het is altijd geweest: mijn philosophie ... of neen, ik heb niets van een wetenschappelijk man ... mijn levensoverpeinzingen een vorm te geven door er vertellingen van te maken ... d

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek