United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Subjectieve opvattingen over kunst of literatuur zijn in eene verhandeling over auteursrecht van geen belang. Doch behoeft men zich over de kunstwaarde, die men zelf aan een werk of aan een bepaald soort van werken hecht, niet uit te laten; wél noodzakelijk is het, dat men zich de bewondering of waardeering van anderen althans kunne verklaren.

Hier kunt ge nu, lezer, mocht ge er lust toe gevoelen, als arbiter tusschen mijn literairen criticus en mij optreden! Hij meende, dat Mevr. Holst de klaarblijkelijk juiste subjectieve waarheid wel bezeten heeft, maar dat haar tendentieuse lagere persoonlijkheid die verminkt heeft tot 't dan onechte, dat wij nu kennen. Ik neem liever aan, dat zij niet in haar was.

Of is alles wat hij tot dusverre van overwinnen gedroomd heeft een waan slechts? En 't einde straks toch een neêrlaag? En dan op eens, wanneer hij de oogen opheft, staat hetgeen hij inwendig heeft doorgemaakt, ook uitwendig hem tegenover. Al zijn vreezen, al het jagen en vragen zijner ziel, hij ziet het als tot vleesch en bloed geworden hier vóór zich. Het subjectieve geobjectiveerd.

Hij meende dat wel degelijk hier en daar te kunnen aantoonen. Hij geloofde zeker, dat de zeer tendentieuse lagere persoonlijkheid der schrijfster op eenige plaatsen, onwillens natuurlijk, de uiting der subjectieve waarheid door het Hooger Bewustzijn verminkt had.

Ik geloof, kreeg ik ten antwoord, dat de wijsbegeerte van het historisch materialisme, wat zijn zuiver dialectischen ondergrond en wat zijn wezenlijk wijsgeerige kern betreft, door het proletariaat niet kan worden beoordeeld, dat het wat daarover gezegd wordt door groote denkers aanvaardt, terwijl die groote denkers m.i. niets anders doen dan op een bepaalde manier hun eigen ik-heid manifesteeren, zonder iets hoogers te geven dan iedere andere subjectieve wijsbegeerte.

Zelf moeten de schepselen werken aan hun subjectieve eindbestemming, en door middel van deze aan het goed der heele schepping. Het berekend zijn der dingen, op hun goed en het goed van het geheel, is op zich zelf, naast hun "zijn" iets goeds in de schepselen; en daar alle goed van God komt, komt ook deze regeling van God.

Maar dit is een zaak van persoonlijke wilskracht, van subjectieve bewustwording.

Want het is niet te ontkennen, dat een kunstwerk van critischen aard daar veel meer aanleiding toe geeft dan een ander: van en betreffende de bijzondere menschelijkheid eener in bijv. een roman geheelde figuur, heeft de criticus allicht geen vast-omlijnde apriorische voorstelling of oordeel, hij toetst daarom zonder vooringenomenheid het beeld-in-'t-boek aan des kunstenaars subjectieve visie, en zoo hem dan het een 't ander blijkt te dekken, d.i. zoo hem de noodwendigheid in de beelding blijkt, noemt hij 't beeld goed en kunst.

Die in alle subjectieve gebeurlijkheden niets anders zagen dan symbolen eener objectieve waarheid en wier diepst-doorvoelde kunst daarom steeds tevens was hun diepst-doordachte.

De literaire critiek toetst nimmer eens schrijvers subjectieve waarheid, gelijk die haar in een werk blijkt te bestaan, aan eenige andere waarheid haar van elders bekend, om daarna, al naar het resultaat dier toetsing, het werk goed of slecht te noemen. Neen, zij toetst hetzij verstandelijk en meer koel-analytisch, hetzij emotioneel-omvattend en meer synthetisch het te beoordeelen werk aan die subjectieve waarheid, en onderzoekt hoe deze zich daarin uit. Want zich uiten in een werk, d