Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
»De witte menschen moeten heel knap zijn. Is dat zoo?" vroeg een der Sibaoe's. »Ja, dat is zoo. Zulke schepen hebben wij. Daarvoor juist hebben we steenkool noodig," zei Kees. Marti en Amat hadden stil naar het gesprek geluisterd. De eerste keek vol bewondering zijn meester aan; hij had nooit gedacht, dat deze zoo mooi liegen kon. De Maleier daarentegen vertrok geen spier van zijn gelaat.
Hij wreef zich de oogen uit en keek eens rond naar zijn metgezellen. Tot zijn grooten schrik ontdekte hij alleen Marti en Amat. De beide Dajaks waren verdwenen. Snel wekte hij de slapenden. Oogenblikkelijk waren zij op de been, en nu onderzochten de drie mannen de omgeving. Weldra riep Amat: »Hier is een spoor, heer! Ik geloof dat ze hier naar boven geklommen zijn."
»Neen, heer, ik zal medegaan, maar ik vrees, dat het niet goed met ons zal afloopen," zei Marti somber. »Het eenige, waar ik bang voor ben," zei Kees, »is, dat er oorlog zal zijn tusschen de stammen. Dan zal ik geen gidsen en dragers kunnen krijgen en mijn doel langs dezen weg niet bereiken."
Hij behoefde nu eenige oogenblikken niet zoo angstvallig op te letten en om de drukkende stilte te verbreken, zei hij: »Er zijn heel wat bochten, Marti, en de stroom is sterk." »Ja, Toean," antwoordde Marti. »De rivier is moeilijk te bevaren voor twee man. En het zal nog wel erger worden, als we de riams bereiken en er groote steenen in het vaarwater beginnen te komen."
Toen de Dajak, die het bootje losgemaakt had, in het water stapte om nu ook in de djaloer te komen, gaf Marti plots den anderen, die op den rand van het vaartuigje stond, een hevigen stoot, zoodat de man, die op zoo'n onverhoedschen aanval in 't geheel niet bedacht was, voorover in de rivier tuimelde....
Op eenigen afstand schemerde een groenige lichtglans; maar dat was niets, want deze werd veroorzaakt door zwammen op een boomstam. Dat wist hij. Gerustgesteld strekte hij zich weer uit op zijn eenvoudig bed en viel ten slotte door vermoeidheid overmand in slaap. Nauwelijks was het den volgenden morgen licht geworden, of Marti ontwaakte en begon vuur te maken om rijst te kunnen koken.
Nog een ogenblik zochten ze. Toen vonden ze de vernielde overblijfselen van een gordel. Kees doorzocht het vod. Plotseling gaf hij een luiden schreeuw. Marti zag, dat Kees een klein zakje in de hand hield. »De diamanten, heer?" vroeg hij ademloos. »Misschien!" zei Kees, die met bevende vingers het zakje trachtte te openen.
Doch Kees herinnerde zich, dat zijn vriend Verveer, de diamantzoeker, hem indertijd had gewaarschuwd voor uitgestrekte en in hooge mate ongezonde moerassen. Deze streken wilde hij dus liefst vermijden. »We kunnen in ieder geval doorvaren, zoolang de oevers nog heuvelachtig zijn en dan zien," besloot Kees. »Komen we nog bij de Kenjaoe's terug, heer?" vroeg Marti aarzelend. »Ik denk het niet.
»Dat is mogelijk, heer," antwoordde Marti. »Zeg, Sibaoe," wendde Kees zich tot den gevangene, »denk je, dat de man uit Metoedjoe hem voor geld den geheimen weg heeft gewezen?" »Als hij het gedaan heeft, is hij een verrader heer; maar voor geld doen sommige menschen veel." »Om van hier naar den geheimen uitgang te komen, moet men toch naar 't Westen gaan, nietwaar?" »Ja, heer."
Het revolutietijdperk van veertig jaren geleden schonk vele politieke redenaars gelegenheid, hun gaven te toonen; ook journalisten van naam traden in die dagen op den voorgrond, zooals Manuel Sauguily en Juan Gualberto Gomez. Onder de helden, die de onafhankelijkheid van hun vaderland dapper verdedigden, noem ik Iznaga, Narciso Lopez, Gomez, Marti, Cespedes, Maceo en anderen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek