Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Ze schonk een kopje koffie in, lei zijn pijp op tafel, scharrelde rond voor het aschbakje, en lucifers, en voor water op de koffie, plukte wat roode draadjes weg van het tafelkleed en ging over hem zitten, rustig, ijverig hakend aan het wollen rokje en maar niet babbelend omdat hij dan niet lezen kon.
De stumper weet immers dat hij maar weinig kans op debiet en nog minder op prijsjes heeft, want, zegt Joostje, gaat de eerste niet dadelijk af dan heeten ze allemaal vochtig. Maar men zou kunnen zeggen dat de heer, die zoo vraagt, de zaken door elkander haspelt. Joostje is toch in elk geval geen auteur, en Nederlandsche geschriften zijn geen lucifers.
Er bleef ons slechts over, uit het vaartuigje in zee te springen en tot aan de borst door het woelende water naar het land te waden. Mijn horloge, portefeuille en lucifers, hoewel reeds kletsnat, deed ik in mijn zonnehoed, die toen zoo vast mogelijk op het hoofd werd gedrukt. Mijn reisgenoot zorgde voor de papieren, in een city-bag geborgen, en ik zelf nam de geldkist voor mijn rekening.
"Loop jij ook met lucifers?" vraagt plotseling een opgeschoten jongen met een brutaal, van de pokken geschonden gezicht, die naast hem op de stoep is komen zitten, terwijl hij hem een bakje met doosjes waslichtjes toont. "Neen." "Zoo! 't is je ook geraden: er is hier al konkerrensie genoeg; er is geen droog zout meer aan te verdienen.
En toen waren op eens zijne handen los, om den zakdoek te kunnen krijgen en toen rrrt! rrrt! rrrt! daar brandden één, twee, drie lucifers tegelijk en daar stormden de drie groote honden de trap op en brulden met eene stem, om van te beven: "Wat belieft Mijnheer?" "Helpt mij!" riep de soldaat, "grijpt den koning, grijpt de koningin, ze willen mij de prinses niet geven, en ik heb haar zoo lief!"
»Zie zoo,» zei hij, toen hij eindelijk klaar was, »nu gaan we met ons vieren op den vloer in een kring zitten, en rooken als Turksche pacha's. Hier heb ik een doosje lucifers.» »Maar ik doe niet meê,» zei Pieter. »Rooken is vergif en staat bovendien in het geheel niet fatsoenlijk.» »Dan zullen wij het onfatsoenlijk doen, Pietje!» zei Bob. »Weet je, wat jij intusschen wel kunt doen?»
Ik tooverde een armring van het opperhoofd weg, en bracht die uit den neus van zijn vrouw weer te voorschijn; ook vertoonde ik eenige toeren met lucifers en geldstukken. Het succes was verbazend. Het opperhoofd benoemde mij tot zijn hofkunstenaar, en sedert dien tijd ben ik bijna onafgebroken bezig met sensationeele voorstellingen te geven.
Even later nam zij uit haar wijde, afhangende ondermouw, welke voor zak dient, een keurig zijden doekje en ontrolde dit, waarna te voorschijn kwamen een keurig zijden foudraaltje, waarin een tabakspijpje met klein, koperen kopje, een keurig zijden tabakszakje en een doosje lucifers. Zij stopte het pijpje en stak het aan.
En toen, denk jullie, raakten de lucifers weer op en werd de soldaat op 't laatst weer doodarm? Mis! dat was juist het mooist van al. De lucifers raakten nooit op! Als er eene uit de doos gebruikt was, kwam er ook van zelf weer eene in. Hoe? dat wist de soldaat niet, en daar brak hij ook zijn hoofd niet over: 't was eene tooverdoos en daarmee uit.
Zij hoort thans niets meer; zij ziet onbestemd het kind liggen, met achterover geworpen hoofd en uitgestrekten hals. Half waanzinnig roept zij smeekend uit: "Licht! Dadelijk licht! Mijn Charlot.... zeg dan toch iets!" Er is geen stukje kaars meer over. In haar haast strijkt zij lucifers af, die tusschen hare vingers breken. Daarna betast zij, met hare sidderende handen het gelaat van het kind.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek