Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


J. N. van Hall gedane verklaring door den Franschen uitgever van François Coppée's werken, dat sinds Coppée in onze taal was vertaald, het debiet van zijne gedichten in de oorspronkelijke taal belangrijk was toegenomen . De redeneering is eigenlijk eene ernstige bestrijding niet waard.

De stumper weet immers dat hij maar weinig kans op debiet en nog minder op prijsjes heeft, want, zegt Joostje, gaat de eerste niet dadelijk af dan heeten ze allemaal vochtig. Maar men zou kunnen zeggen dat de heer, die zoo vraagt, de zaken door elkander haspelt. Joostje is toch in elk geval geen auteur, en Nederlandsche geschriften zijn geen lucifers.

Men maakte zelfs een lied op hem op de wijs van het »Man-tchiang-houng", de wind die door de wilgen blaast. Er verscheen een berijmde klacht, waarin hij sprekende opgevoerd werd: de Vijf nachtwaken van den Honderdjarige! Welk een verleidelijke titel en welk een debiet had het, daar het slechts drie sapeken kostte!

Van nog minder gewicht is het eveneens herhaaldelijk aangevoerde argument, dat de auteur niet benadeeld wordt door de uitgave eener vertaling, ook al is hij daarin niet gekend. De ondervinding zou eerder hebben geleerd, dat het tegendeel het geval is, dat nl. de uitgave van vertalingen in andere landen het debiet van de oorspronkelijke uitgave doet toenemen.

Hunne taal is het oude Celtisch of Gallisch, en is met het nog in Wales in Engeland gesprokene Gallisch zoo nauw verwant, dat somwijlen boeken, die in Bretagne in Frankrijk gedrukt worden, daar, in de gebergten van Wales in Engeland, hun grootste debiet en hunne meeste lezers gevonden hebben.

Ze hebben mijn hier al verteld, dat 't debiet van z'n boeken zoo'n beetje begon af te nemen en nou maakt ie me ineens zoo'n reuzen-reclame, dat's voor Van Houten om van te kwijlen wat 'n gladde jongen is die Zola, ik wou dat ik hem en dat hij ikke was, nou!... "En wat dunkt u, zou Zola zijn zin krijgen, zou er van 't proces Dreyfus een revisie komen?"

De oude Bommers zag wel is waar met genoegen, dat zijn debiet in sigaren iederen dag toenam, maar toch kon hij zich niet ontveinzen, dat die Puantos-klanten ijselijk lang bleven praten, niet met hem, maar met zijn aardig levenslustig dochtertje, dat heel toevallig altijd in den winkel stond, als de jongelui kwamen, en tegen hen, maar in ’t bijzonder tegen Herman Stam, heel erg vriendelijk was.

Gij schudt het hoofd, gij acht het onmogelijk, dat een dergelijk ontwerp ooit tot stand kome: gij vreest, dat de schrijver van eene zoodanige courant zich dikwijls verlegen zal vinden, om geschikte stof; maar Smient is vol moed en voorspelt zelfs, dat er eenmaal een tijd zal komen, waarin de courantiers het formaat hunner bladen vergrooten zullen, wanneer die bladen niet meer eens of tweemalen 's weeks, maar dagelijks in 't licht zullen komen: wanneer hun getal bestendig zal toenemen, zonder dat de concurrentie hinder doet aan 't debiet: wanneer zij eene macht in de wereld zullen worden, opwegende tegen die van Vorsten en Parlementen en legers, en wanneer men de beschaving van een land zal afmeten naar het getal zijner couranten, en dan zal het voor ons land geene geringe eer zijn, het eerste gewest te zijn, dat geregelde, goed geschrevene en met juiste berichten voorziene couranten geleverd heeft.

Ten gevolge van deze niet onhandige vaderlijke manoeuvre van Bommers, nam het debiet der Puantos Infamos niet meer toe, want nadat ’t herhaaldelijk was gebleken dat Jetje, zoodrade heerenzich vertoonden, onzichtbaar werd, begonnen Herman en zijn vrienden allerlei aanmerkingen te maken, en noemden met een zekere minachting, de heerlijke Puantosbokkies”, een woord dat den winkelbediende een heimelijken glimlach ontlokte, als wilde hij zeggen: „Ge komt langzaam aan tot de jaren des onderscheids, vriendjes!”

’t Debiet verliep eindelijk totaal, en toen het laatste kistje was leegverkocht aan schippers en buitenlui, die zevoor de achtkregen, omdat het

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek