United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar desniettemin gelukte het hun niet, daar eenig gebied duurzaam te kunnen blijven beheerschen en met hun ras te bevolken. Al het Celtische is daar later in het Slawische en Germaansche verloren gegaan. Men wil echter in het ras, in de physionomie en zelfs ook in de Duitsche taal van verscheidene der Alpenbewoners, b.v. der Tyrolers en Opper-Beieren, veel Celtisch opmerken.

Fransche en Duitsche geleerden hebben over de verwantschap van het Celtisch met het Sanskriet, in den nieuweren tijd werken geschreven, waarin zij dit punt in een helder licht gesteld hebben. Ook vinden wij sporen der Celten op den weg van het Oosten door Zuid-Duitschland en langs de Donau-landen, waar eens overal Celtische stammen schijnen gewoond te hebben.

Ja! verscheidene taalkenners hebben dikwijls beweerd, dat ons tegenwoordig Fransch, in zijne physionomie, meer gelijkenis heeft met het oude Celtisch, dan met eenige andere vreemde taal, die er haren invloed op liet gelden.

In het Noorden (in Cambrië) en in het Zuid-Westelijke uiteinde (in Cornwallis) heeft het Celtisch een sneller en een nu volledig einde genomen. In Cornwallis is het in het jaar 1778, onder de regeering van Koning George

Waarschijnlijk zouden wij, even als in de uitspraak der taal en in de spraakwerktuigen, ook in den overigen lichaamsbouw, in de physionomie en in het karakter der hedendaagsche Engelschen, nog veel oorspronkelijk Celtisch kunnen aanwijzen, wanneer de oude Britten in der tijd reeds door physiologen en phrenologen scherp waargenomen en door goede schilders geportretteerd waren geworden. In stede van een zoodanig ons ontbrekend schilderij, kunnen ons echter eenige gezegden van oude schrijvers van dienst zijn. In een tijd, toen nog geene "Anglo-Saksers" naar Engeland gekomen waren, vervaardigde de Romein Martialis een epigram op eene schoone Britsche dame Claudia Rufina, die hij bij deze gelegenheid ook "blauwoogig" noemt. Men meent in zijne schildering eene Engelsche schoone van onzen tijd te herkennen. Ook Seneca noemt de Britten blauwoogig. En de Griek Strabo deelt mede, dat hij in Rome jonge lieden uit Brittanje gezien heeft, die zoo lang en slank van lichaamsbouw waren, dat zij wel een halve voet grooter waren dan de grootste Romein. Hun geheele lichaamsvorm, en hunne lange armen en beenen zijn niet fraai gevormd geweest. Daarnaar te oordeelen schijnt het, dat zij het zelfde slag van menschen geweest zijn, waarvan Keizer Frederik

Het meest is later de taal der Galliërs veranderd, maar toch heeft ook het tegenwoordige Fransch nog veel Celtisch; het bevat eene menigte woorden, die noch uit het Romeinsch, noch uit de later ingedrongene Germaansche dialecten afgeleid kunnen worden. Ook zijn alle later uit vreemde talen overgekomene woorden in den Gallischen mond aanmerkelijk veranderd.

Velen gelooven dat het veelvuldig voorkomende bijgeloof bij de mindere klassen van het volk in het tegenwoordig Frankrijk, schier geheel van het oude Celtisch afkomstig is, en op overoude Celtische overleveringen berust. Ook vele wondergeschiedenissen van het hedendaagsche Frankrijk, mogen met recht beschouwd worden als uit den ouden Celtischen grond voortgekomen te zijn.

Ten slotte echter mag men wel zeggen, dat even als de Spanjaarden sedert Ferdinand en Isabella steeds meer Iberisch, de Franschen sedert Hugo Capet steeds meer Celtisch, zoo ook de Engelschen nadat zij den eersten stoot der Noormansch-Fransche verovering te boven waren gekomen, weder meer Anglo-Saksers of Duitschers geworden zijn.

Ook de dames van déze groep waren blond, maar meer Celtisch en minder zacht dan het blond cendré van hare Engelsche buren. Een geleerde met eene talrijke familie, aan velen van dat menschensoort eigen, deed aan zijne vrouw en kinderen eene beschrijving van de villa van Horatius, en vergat daardoor al de villa's aan den Rijn, die meer onder haar bereik lagen.

Ook in hunne taal namen de Anglo-Saksers veel Celtisch op. Zoo behielden zij onder anderen bijna al de oude Celtische uitdrukkingen voor plaatsnamen, namen van steden, rivieren, bergen, velden en bosschen. De aardrijkskunde van Groot-Brittanje bleef grootendeels Celtisch, evenals bijna de geheele geographie van Spanje tot op den huidigen dag Iberisch gebleven is.