United States or Slovakia ? Vote for the TOP Country of the Week !


In eene andere, niet ver van daar gelegen haven kwam eens eene vrouw, die een pasgeboren kind zoogde, op zijde van het schip en bleef daar uit loutere nieuwsgierigheid, terwijl de ijzel op haar blooten boezem viel en dooide, en op de huid van haren naakten zuigeling!

Paul en Annie vonden alles goed; ze lieten zich bedillen; met een blik van lichte vreugd en dankbaarheid, had zij hem goeden-nacht gewenscht, zich toen door 't oude vrouwtje als een kind naar bed laten brengen.... Nu lag ze er in, in Paul z'n bed..., koud-rillend van koorts in de schoone lakens, dood-moe, te moe om stil te liggen haast..., maar zelfs die rillingen en dat geslagen-zijn van moeheid schenen haar nu genot.... Ze huilde in haar kussen; tranen waren 't van geluk, de loutere overvloed van liefdeweelde.... Ze huilde zich in slaap.... Maar in haar eerste droomen was ze "thuis", er was ruzie, angstige benauwing lag als zakken zand haar op de borst, met schrik en onrust werd ze wakker..., o! toen dat zalige zich herinneren bij Paul te zijn, in veiligheid bij hem ... bij hem ... bij hem!... Toen ze opnieuw in slaap viel was 't met open mond, met in verrukking opgetrokken armen, gebalde handen..., in haar hoofd visioenen van geluk, echt, eigen, jong, hel-sprankelend geluk....

"Geheel onwillekeurig," zeide Joan blozende: "ik dacht, dat uw ontmoeting met Teun Wezer toevallig was, en ik sloop naderbij uit loutere nieuwsgierigheid om te weten wat die schurk u vertellen ging: wat die brieven betreft, daarvan zal nooit een woord over mijn lippen komen: nooit heb ik iemands geheimen verraden, of zij mij aangaan of niet; doch ik wilde wel eens weten, hoe het te pas kwam, dat gij dat logenbeest van een Teun over mijn geboorte ondervraagdet, om zulke lastersprookjes uit te lokken als hij u op de mouw spelde."

"Ik kan Aylva ten beste raden, zoo dikwijls ik hem bij toeval ontmoet," zeide Beaumont: "maar gij gevoelt, dat het, in den tegenwoordigen stand der zaken, loutere zwakheid verraden zoude, indien 's Graven oom om zijn goede gezindheid ging bedelen. Gij daarentegen kunt gevoeglijk als uit u zelven spreken."

De zwengel werd óf door een kleinen Hottentotschen jongen gedraaid, die daartoe, wanneer dit noodzakelijk was, bij den dag ingehuurd werd, óf door een vriend, zooals Cyprianus er een was, en die dan ook nimmer er tegen opzag dien dienst uit loutere vriendschap te bewijzen. En gedurende den arbeid bleven de monden niet dicht; integendeel, men praatte veel.

Had door een wonder die muur kunnen vaneensplijten, dan zouden wij, langs open water, in enkele etmalen het veel omstreden punt hebben bereikt. Want wij bevonden ons thans op 81°1'12'' N.B. Lang stond ik stil, zonder een woord te spreken, roerloos. Alle besef van eigen lichamelijkheid was verdwenen, om plaats te maken voor de loutere gedachte.

Zoo zullen zij, bad Lancelot; als zwarte vogelen aan vliegen komen, o God van Hemelrijk, over uwe loutere wateren.... Zoo zullen zij, bad Gwinebant; als witte vogelen uit vliegen komen, o God van Hemelrijk, uit uwe loutere wateren.... Amen, baden zij beiden en seinden zich.

Aan volk ontbrak het niet; want geen Fries bleef achter in de ure des gevaars: niet enkel uit loutere vaderlandsliefde; maar omdat de immer woedende onderlinge veeten hem van zijn jeugd af het hanteeren der wapenen tot een noodzakelijkheid en het vechten tot een gewoonte gemaakt hadden: ja wat meer is, tot zijn gewenscht en eenig tijdverdrijf.

"Goede Deodaat!" zeide zijn vriend: "uwe grootmoedigheid beschaamt mij; doch ik gevoel dat gij gelijk hebt: ja, ik beken het, reeds het loutere denkbeeld schokt mij, dat gij de genegenheid van Madzy zoudt mogen verwerven, en ik u zou kunnen haten! neen dat nimmer!" Eenige oogenblikken stilte volgden op dit gezegde, en weldra bevonden zij zich aan de poort van Haarlem.

Dit was nogtans van hunnen kant niets anders dan loutere zwetzery; maar het verwekte in onzen Bevelhebber zulk eene gramschap, dat hy zwoer zig met geweld, het koste wat het wilde, te zullen wreeken. Dien zelfden nacht wierden wy ook door een grooten Tyger ontrust; maar hy deedt geen het minste kwaad.