Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
En zij zou hem misschien weinig hoffelijk noemen en zeker heel onvriendelijk, wanneer hij weigerde; en als hij zijn weigering verdedigde door het bezet zijn van zijn tijd, zou wellicht haar oordeel liefdeloos worden en kon zij wel eens meenen, dat hij een andere reden had. Zat hij dan niet in zijn studeerkamer? Waarom kon hij niet even goed in haar huis zijn?
"Ze geleken meer op elkaar dan ons gedrag. Mijn liefste Elinor, verdedig niet uit vriendelijkheid, wat ik weet dat je helder oordeel moet afkeuren. Mijn ziekte heeft mij aan het denken gebracht heeft mij den tijd en de kalmte geschonken, die noodig zijn voor ernstigen inkeer tot zichzelf. Lang eer ik weer sterk genoeg was om te spreken, was ik tot nadenken uitmuntend in staat. Ik beschouwde het verleden; ik zag mijn eigen gedrag, sedert onze eerste kennismaking met hem in den vorigen herfst, als eene aaneenschakeling van handelingen, onvoorzichtig tegenover mijzelve, en jegens anderen liefdeloos. Ik zag, dat mijn eigen gevoelens mijn lijden hadden voorbereid, en dat mijn gebrek aan draagkracht mij bijna had ten grave gebracht. Ik wist zeer goed, dat ik mij mijne ziekte zelve had op den hals gehaald, door mijne gezondheid te verwaarloozen op een wijze, waarvan ik zelfs toen reeds het verkeerde inzag. Als ik gestorven was, zou het door zelfmoord zijn geweest. Van het gevaar was ik mij niet bewust, eer het reeds was geweken; maar ik verbaas mij over mijn herstel, met gevoelens, zooals deze overdenkingen in mij wekken; ik verbaas mij, dat niet de vurigheid van mijn wensch om te blijven leven, tijd te hebben om berouw te toonen tegenover God, en u allen, mij heeft gedood. Was ik gestorven, hoe diep verslagen zou ik je dan hebben achtergelaten, mijn trouwe verpleegster, vriendin en zuster! die al de verdrietige zelfzuchtigheid van mijn laatste levensdagen hadt gekend, voor wie het verzet in mijn hart niet was verborgen gebleven! Hoe zou ik geleefd hebben in je herinnering! En moeder! Hoe hadt je haar kunnen troosten! Ik kan niet uitdrukken, hoe ik mijzelf verfoeide. Wáárheen ik zag in het verleden, overal drong zich een verwaarloosde plicht aan mij op, of een onbestreden neiging. Ieder scheen door mij te kort gedaan. De onuitputtelijke goedheid van Mevrouw Jennings had ik vergolden met ondankbare minachting. Tegenover de Middletons, de Palmers, de Steeles, tegen al onze oppervlakkige bekenden zelfs, was ik lomp en onrechtvaardig geweest; ik had hun verdiensten niet willen inzien, en werd geprikkeld juist door hun voorkomendheid. Aan John, aan Fanny, ja zelfs aan hen, al verdienen ze weinig, had ik niet gegeven wat hun toekwam. Maar jou vooral, meer nog dan moeder, had ik onrecht aangedaan. Ik, en ik alleen, wist, wat omging in je hart en, hoe je hebt geleden; en toch, waartoe bewoog dit mij? tot geen medelijden, dat voor of mijzelve eenige waarde had. Je voorbeeld had ik voor oogen, doch waartoe was het mij nut? Schonk ik meer aandacht aan jou en 't geen je aangenaam kon zijn? Trachtte ik je verdraagzaamheid na te volgen, of je te ontheffen van zelfbedwang, door mijn aandeel te dragen in de verplichtingen, je opgelegd door algemeene welwillendheid of bijzondere reden tot dankbetoon, die je tot nog toe steeds alleen hadt moeten vervullen? Neen; evengoed toen ik wist, dat je ongelukkig waart, als toen ik je nog tevreden waande, weigerde ik elke inspanning, die plicht of vriendschap van mij eischte; zag bijna niet in, dat er andere smart kòn bestaan dan de mijne; treurde enkel om d
"Zoo ís de wereld eenmaal," zeggen de ouderen altijd. Hoe heb ik ze gehaat, om hun hard en liefdeloos oordeel. Ik voelde, dat 't niet waar kon zijn; en nu...."
Maar iets van eigen schuld aan zulke pijnlijke ervaringen in hun ontmoeting met de buitenwereld ligt bij de zendelingen zelve, daar zij, voor een groot deel voortgekomen uit den kleinen burgerstand, waar de gezichtskring niet bijster groot is, maar al te vaak verbeelden beter te zijn dan anderen, en alles wat buiten hun wereldje ligt, in hun geborneerdheid, als één brok zonde vaak liefdeloos verafschuwen.
Dáárom hebben wij ons een langen tijd geheel van allen godsdienst afgekeerd, omdat wij zooveel liefdeloosheid zien onder den dekmantel godsdienst. Eerst langzamerhand leerden wij inzien, dat niet de godsdienst liefdeloos is, maar dat het menschen zijn, die het oorspronkelijke goddelijk mooie leelijk maken. De mooiste en de hoogste godsdienst vinden wij de Liefde.
Het kan wel zijn, dat menschen luisteren, terwijl zij bewegingloos en met gesloten oogen neerzitten en velen verklaren die houding door te zeggen, dat zij zich op die wijze onttrekken aan een afleidende omgeving, maar in dat geval behooren zij dan toch van tijd tot tijd eens teeken van leven te geven, al was het maar om den spreker gerust te stellen en de omgeving te behoeden voor de zonde van een liefdeloos oordeel.
Wie dit vermoeden te liefdeloos vindt, mag veronderstellen dat de man, ook zonder de minste fout in de richting van z'n oogen, ten-laatste bezweken is aan deze of gene ziekte die Gods macht te-boven ging. Aan ouderdom, by-voorbeeld. Want dat gebeurt soms. Hoe dit zy, by de gelegenheid die we hier behandelen, hield de man zich kras.
Gij zoudt recht hebben indien gij u gekrenkt vondt, beleedigd door een liefdeloos en onrechtvaardig oordeel van zoo velen uit den schoot der kerk der oude vooral dewijl zij u niet kennen, niet begrijpen en u veroordeelen omdat gij hunne vormen niet als voortreffelijk huldigen kunt, omdat hun geloof voor u geen waarheid is, en gij vrij wilt zijn en vrij wilt denken en God dienen in 't gemoed op uwe wijze, zelfs al moest het schijnen dat ge leeft zonder een God.
Dees' socht het Hollandts jammer Te stuiten door zijn raedt; maar 't oor der twist bleef doof, Men scheurde veel te licht een liefdeloos geloof. Indien zijn Fenixgeest verdeelt waer onder seven, 't Vereenigt Nederlandt waer onverdeelt gebleven".
Wat met het verstand alléén geregeld wordt, is dor en liefdeloos; het gevoel brengt leven en warmte aan, dus behooren deze twee eigenschappen elkaar aan te vullen. Dan is daar nog het stokpaardje van den dienstplicht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek