United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar als ik in mijn kinderjaren echt leed heb gehad, was het altijd veroorzaakt door liefdeloosheid van onderwijzers, van wantrouwende volwassenen, van hartelooze jongens.

Geen, ernst zooals die gewoonlijk begrepen wordt, geen ernst, die zuur kijkt en de, wenkbrauwen samentrekt met de sombere voorhoofdsrimpels, die smaalt op alle stof, op alle zinlijkheid, op alle schoon van vormen en kleuren, en voor wien eindelijk niets van het leven overblijft dan eene dorre, kale woestijn; geen ernst, die konfijt in suikerzoet geteem, of veroordeelt in harde liefdeloosheid.

Die strijd, dát is de strijd die er zijn moet op aarde; de gymnastiek voor den geest ter bereiking van zijn hoogere bestemming, of wilt ge, ter bevordering eener trapswijze ontwikkeling van het menschelijk geslacht. Oorlog is liefdeloosheid. Liefdeloosheid is zonde. God wil de zonde niet. Niet? En waarom schiep dan Zijn Almacht geen zondelooze wereld?

Waarom te leven met een smart, oneindig groot?! Roemvoller is een eed'le heldendood. De trouwe dood, in zijn barmhartigheid Zal eens mij brengen de vergetelheid. Het graf zal van mijn wanhoop mij bevrijden, Waar liefdeloosheid van een jonkvrouw mij deed lijden, Die in haar trots niet slechts mijn leven heeft bedorven, Maar ook den krijgsmansroem, in dapp'ren strijd verworven.

"Maar lieve hemel Eva, hoe kun je nu zulk een gevolgtrekking maken. Ik zeg....." "Vandáár dan een avond zooals gisteren op De Zonsberg," valt Eva in, met den blik strak voor zich heen: "Vandáár al die onwil, die liefdeloosheid, die vernederingen..... O 't is genoeg, nu weet ik alles. Dat bleeke kind kwijnt en treurt om den geliefde, en hij, hij hinkt op twee gedachten.

En veel later, toen zij zelf kleine meisjes en jongens had, zei zij meermalen tegen haar kinderen: "ieder heeft zijn eigenaardig gebrek, maar vergeet 't niet, lieve kinderen, dat van den spotter is misschien nog wel het ergste, daar 't immers van hardvochtigheid en liefdeloosheid getuigt." Er was eens een jongetje, dat altijd nummer één op school was.

Zijn meester was ruw, lichtzinnig en hardvochtig, hij sloeg het kind, gaf het niet genoeg te eten, terroriseerde het op alle manieren. Al de ellende van het leerlingstelsel, dat is de ellende voor een kind van overgeleverd te zijn aan harde vreemden, van dag en nacht te verkeeren onder den druk van hun bevelen, hun snauwen, hun spot, hun liefdeloosheid, maakte hij door.

Dáárom hebben wij ons een langen tijd geheel van allen godsdienst afgekeerd, omdat wij zooveel liefdeloosheid zien onder den dekmantel godsdienst. Eerst langzamerhand leerden wij inzien, dat niet de godsdienst liefdeloos is, maar dat het menschen zijn, die het oorspronkelijke goddelijk mooie leelijk maken. De mooiste en de hoogste godsdienst vinden wij de Liefde.

Menigmaal, wanneer ik neerslachtig ben gestemd, bedroefd om zooveel treurigs in 't leven, ontmoedigd door 't zien van zooveel ellende, waar ik als een mensch onmachtig tegenover sta, van zooveel onrechtvaardigheid, van zooveel liefdeloosheid, dan is mij een opbeuring de gedachte aan onzen verren vriend zoo mogen wij u noemen, niet waar? die uit louter menschenmin, zichzelf uit zijn eigen wereld bande, om zich in een wildernis temidden van "wilden" te vestigen, hun liefde gevend, liefde leerend, die hij zoo machtig in eigen boezem voelt.

Al de ellende van het leerlingstelsel, dat is de ellende voor een kind van overgeleverd te zijn aan harde vreemden, van dag en nacht te verkeeren onder den druk van hun bevelen, hun snauwen, hun spot, hun liefdeloosheid, maakte hij door. Hij durfde zich nooit meer vrij uiten, hij leed altijd honger, hij voelde zich aldoor afschuwelijk bekneld.