Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


In geen, te onzent vertaalden of bewerkten, ridderroman echter vond ik de liefde tot een bepaald land en zijne inwoners zoo diep gevoeld, zoo uitvoerig in wezen en werking beschreven, als in den roman van Lancelot, in deze verzen: Alsi ter zee quamen mettien, Begonste Lancelot dat lant besien, Daer hem in was menege ere Gedaen ende oec vele mere Dan oit daer vore was, sonder waen, Enegen riddere allene gedaen.

Zij had ook gelezen van Lancelot en dat hij een trouw ridder steeds der koninginne Guenever gebleven was meer reeds dan tien lange jaren, en Ysabele hoopte, dat, als Koning Clarioen haar gemaal werd, Gode van Hemelrijk, Sint Marië's Kind, haar ook wel zulk een lieven, dapperen hoofschen, trouwen ridder zoû jonnen. Zij was vol vertrouwen op toekomst.

Maar Assentijn hield hem tegen en zeide: Ik zoude dat laten, mijn lieve Lancelot! Gwinebant spansiert er zoo zoete met Ysabele langs die zonnebloemen: dat is de joghet, die zich verhoghet. La

En Ysabele, zij volgde met den blik hier Gawein en daar Gwinebant, hier Gwinebant en daar Gawein en zij had tevens, op den hoogsten torentrans, Guenever ontdekt, de zoete Guenever, wie Lancelot jaren lang trouw was en die jaren lang Lancelot trouw was; Guenever, van wie zij gelezen had in de schoone jeesten der vinders.

Hoe modern reeds, al hooren wij hier slechts een flauw voorspel van dergelijke poëzie in lateren tijd, wanneer CHILDE HAROLD zijn "native shore" vaarwel zal zeggen. Den samenhang nu tusschen ridderlijke romantiek en een kiem van nationaliteitsgevoel, dien wij in het Roelants-lied en den roman van Lancelot kunnen opmerken, vinden wij ook in de meeste bovengenoemde Dietsche dichtwerken en dichters.

Zij reden her en der, zij reden harentare, terug naar de verschillende oude Koningen, wier baroenen zij waren; over weg en heide, over vlakte en vallei scheerden zij zich weg op hunne ijlende paarden en de drie gezellen van Tafel-Ronde zagen hen rondom aan de kimmen verdwijnen.... Toen zeide Lancelot: "Wellieve Gawein, wij hebben u verlost en gij zijt gewapend. Wat denkt gij?

Hij is bezig met de draadlooze theorië, verontschuldigde mild Lancelot; maar mij ware het ook bekwaam zoo wij hier een burcht zagen, om gastvrijheid te vragen.... Zoo wij terug gingen tot Koning Mirakel...? aarzelde Gwinebant. Wij gaan nimmermeer terug, Gwinebant, wen wij eene queste doen, zeide streng Lancelot.

"Ja," antwoordde De Bracy; "maar dat was, gelijk gij zeidet, man tegen man, en in den slag. Gij hebt mij nooit hooren zeggen, dat ik hem alleen in een bosch wilde overvallen!" "Gij zijt geen echte ridder, als gij hierin zwarigheid vindt," hervatte Waldemar. "Was het in den slag, dat Lancelot du Lac en de ridder Tristram hun roem verwierven?

Is dat waar? vroeg Gwinebant. En hij voegde er aan toe: Lancelot, gij waart immer trouw aan uwe zoete minne, mijn moeie Guenever? Ik ben een groot zondaar, zeide Lancelot; maar in mijne zonde was ik altijd trouw. Ik zal ook altijd trouw blijven, zei Gwinebant; maar gij waart alreede trouw lange, lange, verledene jaren.

En Lancelot was zeer verbaasd en droeve te moede en Koning Assentijn verwonderde zich in stilte, dat nog wel ridderen van Tafel-Ronde een slechten burcht hadden kunnen stichten in afgelegen foreest, waar zij geschaakte damoselen opsloten! Lace! riep Lancelot. Ik zal Gwinebant melden van Didoneel en Mordret.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek