Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Huisdominee was dus geheel in z'n recht, en juffrouw Laps ook, schoon zy eigenlyk de zaak alleen dáárom overbracht op het terrein der H. Godgeleerdheid, wyl ze de aandacht wou afleiden van haar briefbesteller. Maar wat moeten we dan in-godsnaam aanvangen met dien kwajongen? riep Juffrouw Pieterse in 't eind.
De kwajongen was dan ook inderdaad 'n tweetal jaren ouder dan hy, en wel twintig in kennis, gelyk we zien zullen, of nagenoeg. Ach, lezer, ik heb 'n verdrietig werk te doen. Vloek over de ellendelingen die m'n Woutertje blootstellen aan zùlke kennismaking! En by wie ben jy op 't kantoor? By de heeren Ouwetyd & Kopperlith... Keizersgracht, weetje? Hm! Dat's nu juist zoo'n heel groot huis niet!
De lezing van de twee regels die Ovidius laat voorafgaan, luidde nu in háár mond: "ik wou liever dat de kwajongen z'n nek had gebroken op de manier van hoogepriester Eli in 1 Samuel, IV. Maar de weldadige wonderen zyn de wereld uit. Die vervlll...oekte zevenklapper!" En nu, gewillige Muze, leid ons terug naar den Pietersburg!
"Mijnheer Konig", zei de kapitein met een stem die trilde van zenuwachtigheid, "wilt u zoo goed zijn om vooruit te gaan en dien kwajongen z'n mond te stoppen met een dekzwabber." Maar het was McCoy die naar voren ging en den jongen in een paar minuten gekalmeerd en in slaap gesust had.
"Ik wou met dat al, dat je twintig zeemijlen van mij af waart, leelijk vernageld kanon!" antwoordde Jonge Kees en wreef met de linkerhand over het bijna ontwrichte rechter schouderblad. "Wat, ik een vernageld kanon?" riep Huib verwonderd en toornig uit, "waarom zeg-je dat, kwajongen?" "Jawel, hij speelt de Leuke Piet nog!
Het was voldoende om iemand razend te maken om stompen en stooten te verdragen van elken kwajongen in uniform, om rijst te eten en water te drinken te krijgen, terwijl die onmetelijke fortuin ginds op hem lag te wachten. Maar ik was altijd zeer volhardend geweest, en zoo wachtte ik ook nu mijn tijd af. »Ten langen laatste scheen die gekomen te zijn.
"Wat heb je daar?" zei Bavink. Op mijn tafel lag "Le Lys dans la Vallée" van Balzac. "Aha, Balzac. Geen kwajongen, die oue heer. Dood hè? Al lang dood. Natuurlijk. Waar kom je vandaan, Hoyer? Wat heb je daar een mooie jas aan. Ga eens staan. Te kort, kerel, veel te kort". Bavink was genoegerig. "Dat weet ik potdome ook", zei Hoyer. "Vertel liever eens waar jij gezeten hebt. En wie is die heer?"
Bedoelde Publikatie is 'n officieel stuk en heeft niets te maken met romanschryvery. Ik noodig den lezer uit, het aangehaalde nummer van den Spectator intezien, en zich de vraag voorteleggen of 't billyk is dat ik ruim dertig jaar na 't schryven van de daarin meegedeelde Publikatie, nog telkens door den eersten den besten kwajongen straffeloos word uitgescholden?
Het is aandoenlyk hoe de waardige man, die dikwyls koffi by ons drinkt, by Frits op 't gevoel tracht te werken, en hoe de kwajongen telkens nieuwe vragen gereed heeft, die de weerbarstigheid van zyn gemoed aantoonen ... 't komt alles uit dat vervloekte pak van Sjaalman!
Hier ontving ik de 1500 roebel voor het dagblad, dat reeds geweigerd was, doch verloor 2500 roebel met spelen en bewees daarmee aan de geheele wereld, dat ik nog steeds een onbeduidende kwajongen was; want al kon het bovenstaande als verzachtende omstandigheden gelden, zoo was het toch schandelijk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek