Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Toen Garofoli gezeten was, bracht een andere knaap hem zijn pijp, die gestopt was en een vierde snelde met een brandende lucifer naar hem toe. Die ruikt naar zwavel, kwajongen! riep hij, toen hij de lucifer bij zijn pijp bracht en hij wierp ze in de kachel. De schuldige haastte zich om den misslag te herstellen.

Het jolig beestje knabbelde er op en speelde er mee met schuimend op en neer flappenden mond, maar liet het eindelijk glippen en maakte daarbij, kopje neer en staartje omhoog, hinnekend een dollen krommen sprong, als een grappige kwajongen die gaat tuimelparten spelen.

Roestink, hetzij hij die aarzeling raadde of niet, ontsloeg haar van een antwoord, daar hij vervolgde: »In vollen ernst, juffrouw Willems! wees er gerust op, dat ik Piet Snibs tot volledige bekentenis zal brengen, ik maak daarvan de voorwaarde zijner opname onder mijne leerlingen." »Hoe! zult gij den kwajongen dan toch op uwe leering nemen als hij zijn diefstal bekend heeft?"

Naast het rijtuig liepen Sergius en Cesar Cascabel, evenals de anderen in pelzen gewikkeld, met hunne sneeuwbrillen op. Zij kortten zich den weg met druk te praten. Wat Sander aangaat, dien kwajongen hadden zij geene vaste plaats kunnen aanwijzen, want hij zou er zich toch niet aan gehouden hebben.

Ontkennen hielp niet; ik was wel verplicht de geheele geschiedenis te vertellen en toen dat gebeurd was, gaf ze mij de penningen, die vrouw Tromp mij gegeven had en zeî: "Breng dat geld terug, kwâjongen! Je moeder heeft geene aalmoes noodig!" Schoorvoetende voldeed ik hieraan.

"God, wat scheelt de oude vrouw!" Ze lag schuin weggezakt in den armstoel, met oogen waarvan het wit nog te zien was. George begon te huilen en de vrouwen keken krijtwit toe. "Geef dan water en zit niet als zoutpilaren!" schreeuwde vader. Gerrit sprenkelde met azijn. "George hou op met je gekrijsch!" "Als ze maar niet doodgaat! Oooo!" "Hou je bakkes, kwajongen!"

Dan zouden alleen onze superieuren, die voor ons moeten denken, oud worden. Ik zie ze voortdurend om mij heen, die vreemde groote kinderen. Daar is een groot slungelig kind, van bij-de-dertig. Vroeger was hij een bleeke, bloedarme horlogemakersonderbediende, met een grafstem en blauwe kringen om zijn oogen. Nu is hij een kwajongen, die slechts in schaal verschilt van zijn jeugdiger aardgenooten.

Ik hief het tweede couplet aan, toen ik een man met een jas en een vuilen hoed naar mij toe zag komen. Eindelijk! Ik zong nog lustiger. Zeg eens! riep hij, wat doe-jij hier, kwajongen! Ik hield eensklaps op, onthutst door die vraag en bleef hem met open mond aanstaren, terwijl hij nog dichterbij kwam. Komaan, krijg ik haast antwoord? Ik zing, mijnheer.

"Kwâjongen!" riep de voorbijganger toornig. Gavroche stak zijn neus uit de sjaal en zeide: "Waarover klaagt mijnheer?" "Over u," was het antwoord. "Het bureau is gesloten," zei Gavroche. "Ik ontvang geen klachten meer." Ondertusschen ging hij verder de straat op, en zag, onder een koetspoort, als bevrozen, een dertien- of veertienjarige bedelares, wier rokje zoo kort was, dat men haar knieën zag.

"Ik heb geen centen, wel balletjes," zei Dik, die niet recht begreep, wat zij bedoelde. "Geef ze dan maar weer gauw terug, kwâjongen. Dat gaat zoo niet! Als je wat koopen wilt, moet je centen meebrengen." "O," zeide Dik, die haar nog maar half begreep. Hij legde de rest van de balletjes weer op de toonbank en ging met een vollen mond naar buiten, waar Anneke op hem stond te wachten.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek