Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Jan van Gistel, die door zijn landgenoten als een bastaardvlaming verfoeid en gehaat was, nam deze gelegenheid waar om de Veldheer De Chatillon tot strengheid aan te drijven. Hij schetste de wederspannigheid der Bruggelingen in zwarte kleuren af, en riep om wraak over hun koppigheid; voorgevende dat zij niet werken wilden, om de witte penning met enige schijn van reden te kunnen weigeren.
Sophie Roselaer tot de Werve. P. S. Dat ik mij simpellijk Roselaer tot de Werve moet schrijven en niet van de Werve, is de schuld van den generaal; maar zijn koppigheid en dwarsdrijverij zal hem duur te staan komen. "Nu, wat zegt gij?" vroeg Leopold, toen Verheyst na volbrachte lectuur het geschrift langzaam toevouwde met een bedenkelijk gezicht.
Is het niet ongehoord, dat de zoon van een soldaat van Napoleon dingen schrijft, die zijn vader niet verstaat?" Een scène volgde. De taal van zijn vader had de jongen verloochend en hij maakte zich bespottelijk in een patois! En de kosten! Er viel absoluut niet aan te denken, dat het waanzinnig plan zou worden uitgevoerd. De koppigheid van den jongen romancier hield stand.
"Da 'k zegge dat 't hier azeu nie 'n kan blijven duren," herhaalde hij met een soort koppigheid, in de kortbondigheid van een die niet gewend is veel te praten en slechts over enkele woorden beschikt om zijn gevoelens en gedachten uit te drukken. "'K ben hier boas en knecht terzelvertijd, bezinne; en 't moet 't ien of 't ander worden: boas of knecht." Zij zat als versteend, als versteven.
Door een sterken wind voortgestuwd, zag men de grens van de doornachtige woestijn terug, boven de palmboomen, die door den storm gekromd of uit den grond gerukt waren, en toen men na de redding van Joe bijna 200 mijlen had afgelegd, kwam men tegen den avond voorbij den tienden graad breedte. De weg naar het westen. Het ontwaken van Joe. Zijne koppigheid. Einde der geschiedenis van Joe. Tagelet.
"En nu begrijp je misschien, Duimelot," zei hij eindelijk, "waarom ik je naar de wilde ganzen terug wou brengen. Ik heb gehoord, dat je bij Akka hoog staat aangeschreven, en nu was ik van plan je te vragen, of je niet zoudt kunnen maken, dat we weer goede vrienden werden." Zoodra de jongen begreep, dat de arend hem niet alleen uit koppigheid had meêgenomen, werd hij vriendelijk tegen hem.
Scheitlin zegt van hem: "De tamme Ezel is veeleer schrander dan dom; zijn schranderheid gaat echter niet samen met goedheid, zooals bij het Paard, maar openbaart zich meer als valschheid en sluwheid, en nog wel het meest als koppigheid en eigenzinnigheid.
Nu bezat Tante March in hooge mate de kunst, zelfs in de zachtste menschen een geest van verzet op te wekken en ze had er plezier in dat te doen. De besten onder ons hebben iets van koppigheid in zich, vooral wanneer zij jong en verliefd zijn.
De adelaarsneus, dunne gesloten lippen en vooruitstekende kin teekenden vastheid van wil, die licht tot koppigheid overslaan kon. Baard en knevel waren zorgvuldig weggeschoren; het dichte, kort-geknipte, donkerbruine haar begon reeds hier en daar te grijzen. De linkerarm, dien hij als knaap van twaalf jaar gebroken had en die slecht gezet was, bewoog stijf en moeilijk.
Door zijn ~onbuigbaren~ trots berokkende hij zich vele vijanden, d.w.z. zijn trots was zóó sterk, dat hij zich door niets liet buigen. Gewoonlijk heeft onbuigbaar een eenigszins afkeurende beteekenis. Zijn koppigheid ben ik eindelijk moede. Een dichter noemde onze taal: krachtig, rein, smeltend, en rijk. Als men een glazen buis verwarmt, is zij .
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek