Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Hij zweeg en vocht inwendig tegen den drang van zijn hert dat wilde toegeven, vergeten en vrede maken. Want de tijd was daarover gegleden en de menschen hadden reeds vergeten van waar het ongelijk kwam, ze verdraaiden de zaak en omdat hij niet mede wilde, veroordeelden zij Verlinde om zijn norsche koppigheid.

Door deze verstandige en doeltreffende instelling was er geene afwijking of verloop van tijdsberekening in eeuwen meer te duchten; en was men overal verstandig genoeg geweest, men zou niet geaarseld hebben daarin te berusten, dan vooroordeel, dwaze driften, koppigheid en ongodsdienstige ijver, keerden aanvankelijk in die woelige tijden van hervorming onder zoo vele goede zaken ook deze.

Johanna antwoordde: "Ik geloof dat het niet onredelijk ware, de dochter van Mijnheer Van Bethune in Frankrijk te doen voeren, want zij heeft mede de Vlaamse koppigheid ingezogen. Het zal mij aangenaam zijn haar bij het Hof te hebben. Hierover nu genoeg gij begrijpt mijn inzichten. Morgen vertrek ik uit dit vervloekte Land, want te lang heb ik die laster verdragen.

De uitdrukking van hun gezicht wijst op toomelooze koppigheid en verborgen woestheid; in hunne oogen meent men valschheid en gemeenheid te lezen. Weldra echter komt men tot de overtuiging, dat het zeer onbillijk zou zijn, den Buffel naar zijn uitzicht te beoordeelen.

Evenwel betreurde ik in deze omstandigheden zijn koppigheid niet, want er waren te veel zeekalven aan land, en men moest zulk een harpoenier niet aan onweerstaanbare verzoeking blootstellen. Na het ontbijt ging ik aan wal. De Nautilus was des nachts nog eenige kilometers opgevaren. Hij lag op ruim vier kilometer van de kust, boven welke een bergtop van vier- of vijfhonderd meter uitstak.

Rousseau weigerde beslist: hij vond zichzelf immers een uitstekend protestant, dus had hij het recht daaraan deel te nemen. Daarbij kwam zijn koppigheid in het spel. Zijn wil, zoo machteloos in het najagen en vasthouden, was grenzeloos-sterk in het weerstand-bieden: alle machten ter wereld vermochten hem niet te doen buigen als hij niet wou.

Terzelfder tijd dat bij Jaapje het duiveltje der koppigheid uitgedreven werd, zaten zij zich te troosten met het denkbeeld, dat er in elk geval op de school van meneer Bonnycastle niet van de gard gebruik werd gemaakt, en zij verloren geheel uit het oog, dat evengoed als men een hond nog wel op een andere wijze van kant kan maken dan door hem te verdrinken, er ook verschillende manieren bestaan om jongens te kastijden.

Ulrica was op het punt van een heftig antwoord op deze beschuldiging te geven; doch zij bedwong zich, daar zij de koppigheid van haar oude Baker kende, en begreep, aan haar hooge jaren inschikkelijkheid te moeten betoonen. Zij wendde dus het gesprek af en vroeg aan Geertrui, of zij den Jonker al sedert zijn terugkomst gezien had.

Soms meende oom dat tante zich vergiste in de identiteit van een van die menschen en dan kibbelden ze samen een beetje, waarbij tante met een groote koppigheid op haar stuk bleef staan, bewerend zich niet te kunnen begrijpen, hoe oom dit of dat zeggen kón.

»En ik zeg waar naar toewierp Sikes tegen. »Hoor je niet?« »Ik weet niet waar naar toeantwoordde het meisje. »Dan weet ik 't,« zei Sikes, meer uit koppigheid dan omdat hij er werkelijk iets op tegen had, dat het meisje gaan zou waarheen ze lust had. »Jij gaat nergens heen. Ga zitten.« »Ik voel me niet lekker. Dat heb ik je al gezegdzei het meisje. »Ik moet een luchtje scheppen

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek